Als technisch-bestuurskundige leg ik gemakkelijk de verbinding tussen de inhoud en het proces. Ik vind het interessant om de technische complexiteit van onderwerpen in de vingers te krijgen, maar houd tegelijkertijd rekening met het stelsel, zoals het politiek-bestuurlijke speelveld, waar het onderwerp zich in bevind.
De afgelopen jaren heb ik een systeemkundige blik op vraagstukken in de OV- en spoorsector ontwikkeld. Ik richt mij op beleids- en governance opdrachten, die zowel terugkijkend (evaluaties) als vooruitkijkend (advies en ontwikkeltrajecten) van aard zijn. Met mijn ervaring in opdrachten voor het Ministerie van IenW, ProRail en vervoerders heb ik een breed begrip van de spoorsector ontwikkeld. Op die manier lever ik een bijdrage aan een leefbaar, duurzaam en bovenal bereikbaar Nederland.
Afgelopen jaar werkten het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, KLM, ProRail, NS en Schiphol aan een gezamenlijke agenda om de internationale trein te versterken als alternatief voor en in aanvulling op het vliegtuig. Berenschot ondersteunde de vijf partijen bij het opstellen van de agenda, die 20 november naar de Tweede Kamer is gezonden.
Met het oog op een nieuwe concessie voor het hoofdrailnet vanaf 2025 heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzoek laten doen naar de toekomstige marktordeningsopties op het spoor. In opdracht van het ministerie onderzocht Berenschot de mogelijke scenario’s voor het vervoer over de HSL-Zuid.
Afgelopen jaar werkten het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, KLM, ProRail, NS en Schiphol aan een gezamenlijke agenda om de internationale trein te versterken als alternatief voor en in aanvulling op het vliegtuig. Berenschot ondersteunde de vijf partijen bij het opstellen van de agenda, die 20 november naar de Tweede Kamer is gezonden.
In 2025 start een nieuwe concessieperiode voor het Nederlandse hoofdrailnet (HRN). In voorbereiding daarop moest de staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) in de eerste helft van 2020 uitwerken hoe zij de concessie zou willen gunnen en wat er wel en niet onder de gunning valt. Daarbij wil IenW komen tot de beste invulling voor de toenemende binnenlandse reizigersvraag.
In opdracht van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat onderzocht Berenschot de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid rond openbaar vervoer en spoor over de periode 2013-2017. Op veel afzonderlijke onderdelen blijken inmiddels deelresultaten geboekt, wel doet Berenschot enkele aanbevelingen om de meetbaarheid van resultaten te verbeteren. “Om de doelmatigheid goed te kunnen vaststellen, is het belangrijk dat doelen specifieker geformuleerd worden en er meer informatie beschikbaar is”, aldus Ronald van der Mark, onderzoeker bij Berenschot.
Het verkeer op het spoor neemt toe. De afgelopen jaren zijn er meer, langere en zwaardere treinen gaan rijden. Deze treinen gebruiken steeds meer energie. Dat gaat steeds meer knellen met de huidige stroomvoorziening (TEV). Om aan de vraag te kunnen blijven voldoen, is het nodig de energiecapaciteit op korte termijn uit te breiden. Alleen daarmee kan het spoorvervoer verder groeien. Spoorwegbeheerder ProRail ziet een transitie van 1,5 kV naar 3kV bovenleidingspanning als structurele oplossing om ook in de toekomst treinen te laten rijden. Aan Berenschot de vraag hen te helpen onderzoeken wat de huidige beperkingen van de TEV zijn en welke meerwaarde 3kV kan leveren.
Het openbaar vervoer loopt tegen zijn capaciteitsgrenzen aan en met de Corona-ontwikkelingen groeit de wens naar individuele mobiliteitsoplossingen. MaaS, Mobility as a Service, biedt reizigers de mogelijkheid om via een platform meerdere mobiliteitsdiensten te plannen, boeken en betalen. De reiziger kan kiezen uit een combinatie van vervoersmogelijkheden. MaaS zorgt voor een betere benutting van het mobiliteitssysteem en zorgt voor mobiliteit die aansluit bij de wens van de reiziger.
Door toepassing van een polymere warmtewisselaar van HeatMatrix kan de CO2-uitstoot van de industrie in Nederland jaarlijks met 2,5 tot 5 megaton verminderen. Bovendien zorgt deze vorm van warmteterugwinning voor een lager energieverbruik. Dit blijkt uit onderzoek van Berenschot naar de potentiële CO2- en energiebesparing van deze technologie. De HeatMatrix polymere warmtewisselaar levert hiermee een substantiële bijdrage aan de doelen die voor de klimaattafels Industrie en Elektriciteit zijn gesteld in het ontwerp-klimaatakkoord.