In mijn projecten verbind ik verschillende invalshoeken en ideeën. Daarom werk ik graag met een multidisciplinair team aan een vraagstuk, of adviseer ik bestuurders en ambtenaren met oog voor hun specifieke drijfveren en verantwoordelijkheden. Daarbij schakel ik tussen hoofdlijnen en de solide basis die daar wat mij betreft onder moet liggen.
Mijn werkervaring bracht mij op interessante plekken, bijvoorbeeld bij het ministerie van Financiën, een Tweede Kamerfractie en de VNG. Mijn werk vanuit Berenschot is een mooie voortzetting daarvan, waarbij ik mijn brede kennis inzet voor concrete resultaten.
Binnen Berenschot ben ik verantwoordelijk voor het thema Samenwerking en bestuurlijke toekomstoriëntaties.
Ik adviseer over vraagstukken waarbij overheden samen werken aan publieke waarde. Ook werk ik aan oriëntaties van gemeenten en regio’s op hun toekomst.
In de bestuurlijke trajecten die ik begeleid, werk ik altijd vanuit een gedeelde mening over de publieke waarde naar de organisatievorm die daar het beste bij past.
Gemeentesecretarissen betwijfelen of de huidige financiële positie van hun gemeenten voldoende sterk is om in de toekomst taken uit te voeren en doelstellingen te behalen. Zo leiden problemen in het sociaal domein ertoe dat te weinig middelen kunnen worden vrijgemaakt voor klimaatmaatregelen.
Ambtelijke fusieorganisaties hebben alleen meerwaarde als deelnemende gemeenten op de juiste zaken sturen. Het maatschappelijk resultaat van de samenwerking voor de deelnemende gemeenten en de regio moet daarbij vooropstaan.
Het verloop van de coronacrisis en de gevolgen ervan brengen veel onzekerheid met zich mee voor bestuurders en managers van gemeenten. Na de eerste golf aan ontwikkelingen en noodzakelijke maatregelen is er nu behoefte aan strategisch overzicht: waar staan we met onze ambities en opgaven, en wat zijn de financiële consequenties?
Gaan algoritmen de gemeente besturen? Laten we ons straks leiden door een set van beslisregels in een vooraf bepaalde volgorde om problemen op te lossen? Voorlopig lijkt het nog niet erg realistisch, maar het is niet ondenkbaar.
Toen ik op het Ministerie van Financiën werkte, was ik onder andere verantwoordelijk voor de departementale crisiscoördinatie. Gelukkig was dat – op oefeningen na – een ‘slapende structuur’ en was ik er niet heel druk mee. Wel bezocht ik in dat kader een symposium over crisisbesluitvorming.
In het regeerakkoord van 2017 is afgesproken dat de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) wordt aangepast om de democratische legitimiteit van gemeentelijke samenwerking te verbeteren. Hiermee wil de regering tegemoet komen aan de discussie rondom de problematiek van het verlengd lokaal bestuur. Dat klinkt goed, hoor ik u denken.
Het feit dat omliggende gemeenten door herindeling steeds groter werden en de gemeente Langedijk zelf moeite kreeg om haar taken uit te voeren en te betalen, stelde deze gemeente voor de vraag hoe haar bestuurlijke toekomst eruit zou moeten zien. Een gevoelige vraag, die in twee eerdere trajecten onbeantwoord bleef. Nadat wij de opdracht kregen, begeleidden we in een steeds hechter wordende vertrouwensband de gemeente niet alleen bij de toekomstoriëntatie, maar ook in de processen erna bij het uitwerken en organiseren van de gekozen richting.
Er is geen gemeente in Nederland die niet samenwerkt met anderen om alle maatschappelijke opgaven waarvoor ze staan, te verwezenlijken. Van de grootste tot de kleinste gemeente, alle realiseren zij op veel terreinen publieke waarde in samenwerking met andere gemeenten, maatschappelijke partners en niet te vergeten de inwoners en ondernemers zelf. Daarbij is de dynamiek groot: gemeentelijke samenwerkingen ontstaan, verbreden en/of verdiepen zich vaak, maar kunnen ook afketsen op tegenstellingen in visies of belangen. Hoe realiseert u in dit krachtenveld publieke waarde?
Welke maatschappelijke opgaven hebben de gemeenten Cranendonck, Heeze-Leende en Valkenswaard en welke samenwerking vloeit daaruit voort om de noodzakelijke bestuurskracht voor deze opgaven te realiseren? Dat was de hoofdvraag van het onderzoek binnen deze subregio van de metropoolregio Eindhoven dat Berenschot uitvoerde in opdracht van de drie gemeenten.
Nederland is een lappendeken van landschappen, dorpen, stadjes, steden en agglomeraties. Van bovenaf gezien is daarbij zelden sprake van ‘logische’ gemeentegrenzen. Waar sommige gemeenten bestaan uit één grote stad, tellen andere een (groot) aantal kleinere kernen en bestaan weer andere uit een grote stad met enkele kleinere kernen daaromheen. Sommige stedelijke gemeenten spelen een centrale rol ten opzichte van het grotere gebied: voorzieningen zijn vaak in de stad, maar bedienen ook inwoners uit omliggende gemeenten. Op deze manier vervullen steden soms functies die gemeentegrenzen overschrijden.