Verhogen bovenleidingspanning op spoor | Berenschot cases

Verhogen van de bovenleidingspanning naar 3kV op het spoor

Case
Verhogen van de bovenleidingspanning naar 3kV op het spoor

Deel deze case

Datum

24 december 2020

Opdrachtgever

ProRail

Het verkeer op het spoor neemt toe. De afgelopen jaren zijn er meer, langere en zwaardere treinen gaan rijden. Deze treinen gebruiken steeds meer energie. Dat gaat steeds meer knellen met de huidige stroomvoorziening (TEV). Om aan de vraag te kunnen blijven voldoen, is het nodig de energiecapaciteit op korte termijn uit te breiden. Alleen daarmee kan het spoorvervoer verder groeien. Spoorwegbeheerder ProRail ziet een transitie van 1,5 kV naar 3kV bovenleidingspanning als structurele oplossing om ook in de toekomst treinen te laten rijden. Aan Berenschot de vraag hen te helpen onderzoeken wat de huidige beperkingen van de TEV zijn en welke meerwaarde 3kV kan leveren.

Met 3kV meer spanning op bovenleiding

Meer energiecapaciteit is wenselijk om meer, langere en zwaardere treinen te kunnen opvangen. ProRail is jarenlang in gesprek met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en de Nederlandse Spoorwegen (NS) over het vergroten van de energiecapaciteit. ProRail ziet verschillende voordelen in de transitie van 1,5 kV naar 3kV. Zo kunnen treinen sneller optrekken, afremmen en korter op elkaar rijden en een hogere spanning is duurzamer. ProRail kan dit besluit niet alleen nemen en wil betrokken partijen meenemen in de noodzaak dit besluit zo snel mogelijk te nemen. ProRail had behoefte aan gerichte ondersteuning in het proces om naar een principebesluit toe te werken en schakelde Berenschot in om het vraagstuk en de benodigde oplossing helder uit te werken, voor de communicatie met IenW. Met een duidelijke strategie kan ProRail met IenW en NS afspraken maken over hoe ze samen kunnen komen tot een principebesluit voor 3kV.

Alle plussen en minnen op een rij

Als je betrokken partijen wilt kunnen overtuigen dat het opschroeven van de bovenleidingspanning naar 3kV noodzakelijk is, moet je met de juiste argumenten komen. Onze eerste stap was het in kaart brengen van de omvang van het probleem (de aanleiding). We hebben onderzocht wat de omvang is van de TEV-capaciteitsproblemen en wat de ambities van ProRail zijn op het gebied van de energievoorziening. Daarna keken we naar de ervaringen van andere netbeheerders als het gaat om het voorkomen van capaciteitsproblemen. We hebben een aantal gesprekken gevoerd met spoorpartijen en netbeheerders om inzicht te krijgen in hun ervaringen als gebruiker of als beheerder. Na deze probleeminventarisatie hebben we ProRail ondersteund met een position paper. In dit paper hebben we de positie van ProRail en de urgentie voor 3kV verder uitgewerkt. Tot slot hebben we drie uitgebreide kennissessies (deep dives) met ProRail, NS en IenW georganiseerd, om allereerst onze kennis te delen en vervolgens tot een gedeelde probleemdefinitie te komen. In deze kennissessies startten we met een presentatie of aantal voorbeelden. Vervolgens gingen we in gesprek over de impact op de TEV en de noodzaak voor 3kV.

Op weg naar een besluit

Onze ondersteuning heeft ProRail geholpen om haar inzichten ten aanzien van de huidige TEV en de noodzaak voor 3kV te vergroten en te structureren. Wij hebben gebruik gemaakt van alle inzichten en onderzoeken die eerder door ProRail zijn uitgevoerd. Door deze bestaande informatie te bundelen en structureren, hebben wij ProRail geholpen met de argumentatie voor de noodzaak van een nieuwe bovenleidingspanning.

Op basis van het position paper heeft ProRail haar positie bepaald en dit uitgedragen naar andere partijen. Het position paper was het startpunt voor de kennissessies met IenW en NS. Met deze kennissessies hebben ProRail, IenW en NS gezamenlijk geïnventariseerd wat er nodig is om te komen tot een principebesluit voor 3kV.

Blijf op de hoogte met onze laatste artikelen

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Gerelateerd

Meer weten over dit onderwerp?