Er ontstaat steeds meer bewustzijn over het feit dat consumptiegroei vanaf een bepaald inkomen niet meer leidt tot meer geluk. Zo is de consumptie in Nederland sinds de jaren ’60 pakweg vervijfvoudigd, terwijl het geluksniveau ongeveer gelijk is gebleven. Dat roept de interessante vraag op: hoe zou Nederland eruit hebben gezien als we ons vanaf de jaren ’60 minder op economische doelen hadden gericht en meer op andere doelen, bijvoorbeeld sociale en ecologische doelen? Gaan meer geluk en minder milieu-uitputting samen?
Om gevoel te krijgen bij deze vraag, is het interessant om te kijken naar middeninkomenlanden. Dat zijn landen waar het inkomen hoog genoeg is om een bepaald ontwikkelingsniveau (qua zorg, onderwijs, e.d.) en geluksniveau te bereiken, maar nog wel substantieel lager is dan in Nederland. Hoe scoren zij op sociale en ecologische indicatoren?
Uruguay als voorbeeld
Een interessant voorbeeld is Uruguay. Het inkomen per hoofd is daar zo’n 65 procent lager dan in Nederland. Toch is het ontwikkelniveau, gemeten aan de hand van de Human Development Index (DHI) slechts 13 procent lager. De HDI houdt onder andere rekening met de levensverwachting, het onderwijs en het nationaal inkomen bij het bepalen van de index.
In Uruguay is de ecologische voetafdruk echter maar liefst 78 procent lager dan in Nederland, gemeten in wereldwijde hectares per persoon. Een indrukwekkende prestatie. Daarbij spelen politieke keuzes nadrukkelijk een rol. Zo hebben achtereenvolgende regeringen in Uruguay er in de jaren ’00 en ’10 bewust voor gekozen om hun ecologische voetafdruk flink te verlagen door stevig te investeren in hernieuwbare energiebronnen. Meer geluk en minder milieu-uitputting gaan dus samen.
Meer geluk met een lagere ecologische voetafdruk
Dergelijke voorbeelden laten zien dat het prima mogelijk is om een bepaald ontwikkelingsniveau en geluksniveau te bereiken in combinatie met een veel lagere ecologische voetafdruk. Uiteraard is er op detailniveau nog wel wat aan te merken op deze vergelijking. Zo is er niet gekeken naar relevante indicatoren zoals biodiversiteit, sociale ongelijkheid, enz. Vat het dus vooral op als een aanmoediging om te kijken hoe we in Nederland gelukkiger kunnen worden en tegelijkertijd onze ecologische voetafdruk drastisch kunnen reduceren.