Nieuwe rekentool helpt gelden Participatiewet en Wsw te bepalen | Berenschot nieuws

Nieuwe rekentool helpt gelden Participatiewet en Wsw te bepalen

Nieuws
Nieuwe rekentool helpt gelden Participatiewet en Wsw te bepalen

Deel dit nieuwsartikel

Datum

18 juni 2025

Leestijd

2 minuten

Berenschot heeft een rekentool ontwikkeld waarmee elke gemeente kan berekenen hoeveel geld er vanuit de rijksoverheid beschikbaar is voor de Participatiewet en de Wsw. De recentelijk geactualiseerde tool sluit aan bij de meicirculaire gemeentefonds en het voorlopige BUIG-budget voor 2025.

De rekentool moet gemeenten en regio’s houvast en een referentiekader geven bij de gesprekken over de beschikbaar te stellen middelen voor de uit te voeren taken.

De rekentool wordt elk jaar bij meicirculaire en bij septembercirculaire gemeentefonds geactualiseerd in opdracht van Cedris en Divosa. “Nieuw is dat we per gemeente ook decentralisatie-uitkeringen in beeld brengen, gelieerd aan de Participatiewet. Denk aan de extra middelen voor armoedebestrijding kinderen, begeleiding jongeren naar werk en het impulsbudget arbeidsmarktregio's”, stelt Martin Heekelaar, senior managing consultant bij Berenschot. “Deze bedragen komen niet altijd direct binnen bij individuele gemeenten. Zo belanden ze voor meerdere gemeenten soms bij de gezamenlijke centrumgemeente.” 

Nieuw is dat we per gemeente ook decentralisatie-uitkeringen in beeld brengen

Impulsbudget

Nieuw in deze meicirculaire is het impulsbudget sociale infrastructuur. Dat is één van de decentralisatie-uitkeringen. Het impulsbudget wordt in de meicirculaire beschikbaar gesteld per samenwerkingsverband van gemeenten op het terrein van sociaal ontwikkelbedrijven. “Uitkering zal plaatsvinden aan de grootste gemeente binnen het samenwerkingsverband en is dus niet voor alle gemeenten direct zichtbaar”, verklaart Heekelaar. Met het impulsbudget is vanaf 2025 tien jaar lang geld beschikbaar om gemeenten en sociaal ontwikkelbedrijven te ondersteunen bij de noodzakelijke transitie en transformatie van de sociale infrastructuur. Het budget wordt verdeeld op basis van de maatstaf ‘doelgroepenregister gemeentelijke doelgroep’. 

Vangnetfunctie

Daarnaast komt in de meicirculaire 2025 in de integratie-uitkering de rijksbijdrage sociale infrastructuur voor het eerst beschikbaar. Deze gaat naar alle gemeenten en wordt eveneens verdeeld op basis van de maatstaf ‘doelgroepenregister gemeentelijke doelgroep’. “Met dit budget levert het kabinet een extra (financiële) bijdrage aan de kosten voor de banen van mensen die niet vallen onder beschut werk, maar die tijdelijk aangewezen zijn op de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven”, aldus Heekelaar. “De infrastructurele opslag, die onder meer toeziet op overheadkosten, huisvesting  en dergelijke, moet het daarnaast ook beter mogelijk maken om de vangnetfunctie als een van de arbeidsmarktfunctionaliteiten in te vullen.”

Overige mutaties

Voorts zijn in de meicirculaire de volgende belangrijke mutaties doorgevoerd: 

  • Voor de Wsw wordt een loon- en prijsbijstelling uitgekeerd van 5,3%.
  • Het gemeentelijk budget wordt beïnvloed door herverdeeleffecten, omdat de aantallen zich per gemeente verschillend ontwikkelen. 
  • Voor beschut werk is de loon- en prijsbijstelling 4,8%.

Forfaitaire loonkostensubsidie beschut werk

Verder is in de voorjaarsnota 2025 besloten om voor de groep medewerkers met een indicatie beschut werk voortaan een forfaitaire loonkostensubsidie van 68% te verstrekken. Deze komt in de plaats van de huidige loonkostensubsidie die gebaseerd is op een loonwaardemeting. De middelen komen in 2025 beschikbaar en worden bij septembercirculaire 2025 verdeeld. Heekelaar: “Met andere woorden, het budget is nog niet verwerkt in de meicirculaire 2025.” Voor de jaren 2025 tot en met 2027 is voorzien dat het budget beschikbaar komt in de rijksbijdrage beschut werk, onderdeel van de integratie-uitkering Participatie. Vanaf 2028 komen de middelen – na afronding van het benodigde wetgevingstraject – beschikbaar via het BUIG-budget. 

Gerelateerd

Meer weten?