Digitalisering kent positieve en negatieve aspecten. Het is mijn streven om op een verantwoorde, duurzame wijze gebruik te maken van het positieve en bij de negatieve kwesties in mensgerichte en concrete oplossingen te voorzien. Zo bereiden we de maatschappij voor op een digitale toekomst.
Als consultant digitale transformatie draag ik bij aan het verbeteren van de digitale maatschappij. Ik ben jurist op het gebied van (Europese) digitale en technologische wetgeving. Daarnaast heb ik een achtergrond in strategisch management. Door deze twee achtergronden ben ik in staat de uitdagingen en kansen van digitale transformatieprojecten vanuit meerdere disciplines te analyseren. Dit is nodig aangezien digitalisering mens en maatschappij raakt en onze samenleving heeft veranderd in meerdere aspecten. IT en digitalisering bieden veel mogelijkheden, maar deze hebben ook keerzijdes, zoals voor veiligheid, privacy en klimaat.
Mijn kracht ligt bij het vinden van de kern van het probleem en het concretiseren van aanpak en oplossingen. Samen versterken en innoveren we het openbaar bestuur op weg naar een digitale toekomst.
In opdracht van het Ministerie van SZW – en in samenwerking en samenspraak met de ministeries van Financiën en Justitie en Veiligheid – heeft Berenschot onderzoek gedaan naar de positie van schuldeisers bij de totstandkoming van schuldregelingen in situaties dat hulpvragers zich in problematische schuldsituaties bevinden. Door de jaren heen blijkt de medewerking van schuldeisers aan dergelijke regelingen toe te nemen. Belangrijke verklaringen hiervoor zijn de aanpassingen rond niet-saneerbare vorderingen en een toename van het aantal convenanten met grote schuldeisers.
Gestructureerd inzicht in en gebruik van data wordt steeds belangrijker. Overheidsorganisaties zijn dan ook meer en meer bezig met het optimaal benutten van gegevens. Niet alleen vanwege AVG-compliancy, maar juist ook omwille van initiatieven op het gebied van datagedreven werken. Key daarbij is dat je wel beschikt over de data die van belang zijn. Belangrijke vragen hierbij zijn: “Welke gegevens zijn er in huis? Ben je in control van de (interne/externe) gegevens? Geeft dat wat je meet ook daadwerkelijk weer wat je wilt weten?”. Als dat op orde is, ligt datagedreven werken binnen handbereik.