In reactie op de groeiende zorg(uitgaven) door onder andere de vergrijzing en afnemende gezondheid van Nederlanders neemt de aandacht voor preventie toe. Geen overbodige luxe, aangezien we meer ziekten en aandoeningen behandelen en tegelijkertijd gemiddeld ongezonder worden.
Hetzelfde geldt voor het aantal volwassenen met overgewicht en obesitas. Daarnaast blijkt het opleidingsniveau voorspellend te zijn voor iemands levensduur en gezondheid. De afgelopen decennia is het niet gelukt om deze ongelijkheid te keren.
Een groot gezamenlijk belang
Ook de coronacrisis toont aan hoe belangrijk preventie is. Enerzijds heeft het virus een flinke negatieve impact op Nederlanders: mensen bewegen minder, roken meer en ontwikkelen meer overgewicht. Anderzijds werd duidelijk dat een gezonde levensstijl mensen weerbaarder maakt tegen ziekten die samenhangen met een dergelijke pandemie.
Veel partijen zijn actief
Gelukkig kent Nederland een groot aantal partijen die op landelijk, regionaal of lokaal niveau (willen) bijdragen aan het verbeteren van de leefwereld en/of gezondheid van burgers of een aspect ervan. Vanwege de toenemende aandacht komen er ook steeds meer partijen bij en is dit landschap continu in beweging. Deze afbeelding toont een actueel overzicht.
Effect is niet altijd evident
Het effect van alle aandacht en activiteiten is echter (nog) niet evident op collectief niveau. Zo zien we geen daling in zorguitgaven. En hoewel de gemiddelde Nederlander langer en gezonder leeft, ontbreekt bewijs van het effect van preventie hierin. De vraag rijst of dit een kwestie van tijd en geduld is of dat de huidige aanpak niet volstaat.
Meer regie en coördinatie nodig
Wij constateren dat het preventielandschap gefragmenteerd georganiseerd is en dat eigenaarschap voor dit thema niet is belegd. Hierdoor is er veel sprake van lobby en agendavorming, maar ontbreekt een richting, regie en coördinatie tussen initiatieven. Op diverse gebieden partijen lijkt hetzelfde wiel opnieuw uit gevonden te worden.
Om echt impact en verandering op collectief niveau te maken, is in onze ogen dan ook op verschillende niveaus meer regie en coördinatie nodig. Met mandaat en middelen om ook door te pakken. Een goede balans tussen verticale sturing (de juiste taakverdeling, prikkels, randvoorwaarden en ondersteuning) en horizontale samenwerking tussen uitvoerende partijen.
Wat is daarvoor de sleutel? Uit onze analyse en eerdere projecten trekken we de volgende belangrijke lessen:
- Gebruik een brede definitie van gezondheid, zoals positieve gezondheid. Dit biedt ruimte voor verschillende persoonlijke definities van ervaren gezondheid en het gesprek over wat voor een individu belangrijk is. Bovendien voorkom je zo dat de focus uitsluitend ligt op bijvoorbeeld lichamelijke klachten, wat ten koste kan gaan van onder meer mentaal welbevinden. Veel oplossingen om zorg te voorkomen liggen juist niet in het medische domein, maar bijvoorbeeld juist op psychosociaal vlak. Dit vraagt een effectieve samenwerking tussen partijen en over domeinen heen. Hiervoor werkt Berenschot samen met het Institute for Positive Health.
- Schaal succesvolle initiatieven op. Wij geloven in de wet van Pareto: 20% van de initiatieven kan leiden tot 80% van de resultaten. Laten we dus focussen op die impactvolle 20% vaak lokale of regionale initiatieven en deze opschalen. Er zijn al talloze interventies, zie bijvoorbeeld de database van het Loket Gezond Leven (RIVM). Dus: meer hetzelfde doen, meer coördinatie en regie en minder het wiel opnieuw uitvinden.
- Denk vanuit de leefwereld van de burger. Focus op initiatieven die gericht zijn op de directe leefwereld van mensen. En daarmee dus op plekken waar mensen de meeste tijd doorbrengen: thuis, op school, werk of bij een vereniging, en de contacten die hij of zij daarbij heeft. Daar best practices ophalen en opschalen, heeft de grootste potentie. Zo is school bijvoorbeeld een goede plek om gezonde gewoontes aan te leren. De jeugd heeft immers de toekomst.
- Coördineer en werk domeinoverstijgend. Zoek elkaar op in de regio en hanteer een integrale aanpak – gezondheid in de breedte en de burger centraal – als uitgangspunt voor het benodigde netwerk van partijen. De grootste impact creëer je door gezamenlijk meerdere aspecten tegelijkertijd aan te pakken. Zo ondersteunt Berenschot in de provincie Flevoland de netwerkvorming van een programma gericht op veerkrachtige inwoners. Andere aansprekende voorbeelden zijn het kavelmodel en GROZ. Domeinoverstijgend werken betekent ook dat de ministeries zoals dat van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een cruciale rol hebben in het bevorderen van en sturen op gezondheid.
- Ga slim om met monitoring en evalueren. Verandering kost tijd. Daarom is het willen meten van effecten op gezondheid in de eerste jaren van een verandering niet realistisch. Wel kun je gestructureerde procesevaluaties doen en de werking van een aanpak kwalitatief toetsen, om deze cyclisch door te ontwikkelen. Berenschot benut hiervoor wetenschappelijke kaders die we vertalen naar de praktijk.
Andere manier van denken
Op het gebied van preventie zijn grote slagen te maken. Dit vraagt niet alleen om een andere manier van denken binnen de gezondheidszorg, maar ook vanuit elk individu en de dagelijkse omgeving van mensen. Wij denken graag mee met zorgorganisaties, overheden en samenwerkingsverbanden hoe we samen het preventielandschap kunnen versterken en kunnen werken aan meer gezondheid en minder zorg.