Waarom is de lease-auto aantrekkelijker dan de trein? | Berenschot

Waarom is de lease-auto aantrekkelijker dan de trein?

Blog
Waarom is de lease-auto aantrekkelijker dan de trein?

Deel deze blogpost

Datum

04 oktober 2022

Leestijd

3 minuten

Om mobiliteit daadwerkelijk te verduurzamen moet het openbaar vervoer goedkoper worden. Dat geldt niet alleen voor de kosten van een kaartje, maar ook voor de kosten ten opzichte van de (lease)auto.

Verminderen, veranderen of verschonen

Al eerder riep de Vervoersregio Amsterdam, met een voorstel van strateeg Nico van Paridon, op om reizen met het ov fiscaal veel aantrekkelijker te maken en vooral ook eenvoudiger. Want is het niet vreemd dat je vaak minder belasting betaalt voor een leaseauto die je ook privé mag gebruiken, dan voor een ov-jaarkaart die je als werknemer van je werkgever krijgt? En dat voor leaseauto’s een eenvoudige regeling bestaat, terwijl bedrijven die hun medewerkers met het ov willen laten reizen worden opgezadeld met allerlei administratieve rompslomp? Bovendien past het pleidooi voor fiscaal eenvoudig ov in een breder kader: ov-gebruik stimuleren en zo duurzame mobiliteit bevorderen.

Hiervoor zijn de opties: verminderen, veranderen (ov in plaats van de auto) of verschonen (elektrisch in plaats van fossiel). De eerste twee leveren in de meeste gevallen meer netto CO2-winst op dan de derde mogelijkheid. Desondanks heeft de overheid de afgelopen jaren vooral sterk ingezet op het verschonen van mobiliteit. Zo werden leaserijders met aantrekkelijke lage bijtellingspercentages verleid om een elektrische auto te leasen en konden overige automobilisten met subsidieregelingen een nieuwe elektrische auto aanschaffen. Kostbare maatregelen, vanwege het stimuleringsbeleid zelf én de inkomstenderving door lagere accijns en BPM-opbrengsten. In 2019 kostte elke rondrijdende Tesla model 3, de meest populaire elektrische auto dat jaar, de overheid bijvoorbeeld zo’n € 5.000.

Modal shift

Komende jaren wordt dit stimuleringsbeleid afgebouwd. De gedachte is dat de aanschaf van een elektrische auto in plaats van een auto op fossiele brandstof inmiddels voldoende aantrekkelijk is geworden. Bezitters van een bezine- of dieselauto voor wie een elektrische auto geen haalbare kaart is, gaan vanwege hoge brandstofkosten op zoek naar een alternatief. Nu de aanschafprijs van een nieuwe elektrische auto nog hoog is en de tweedehandsmarkt klein, kan het ov een alternatief bieden – mits het op prijs meer concurrerend wordt.

Deze zogenaamde ‘modal shift’ van auto naar ov is uit politieke overwegingen nooit een hoeksteen geweest van het nationale mobiliteitsbeleid. De hoge brandstofkosten bieden nu een uitgelezen kans om hier verandering in te brengen en tegelijkertijd lastenverlaging voor burgers te realiseren. Het kabinet moet daarom inzetten op verlaging van de prijs van een ov-reis voor zakelijke en particuliere reizigers, met als mogelijke bijvangst dat bedrijven hun nog steeds zeer aantrekkelijke leaseregelingen afbouwen en dat particulieren eerder hun auto laten staan.

Serieuze ambitie

In november vorig jaar riep een Kamermotie van D66 en PvdA de regering al op te analyseren met welke instrumenten de modal shift kan worden versneld. De suggestie van Van Paridon om het fiscale arrangement rondom (zakelijk) ov-reizen te vereenvoudigen en aantrekkelijker te maken is een uitstekende eerste stap in die richting. Vervolgens kan stimuleringsbeleid vanuit het Rijk worden gericht op lagere ov-tarieven, om zo het ov ook voor particulieren aantrekkelijker maken. Bijvoorbeeld door het verlagen van de btw op ov-kaartjes (waar de NS en reizigersorganisatie Rover al voor pleiten). Dan laat het kabinet zien dat de ambitie voor het verduurzamen van mobiliteit een serieuze ambitie is.

Meer weten?

Blijf op de hoogte met onze laatste artikelen

Meld u aan voor onze nieuwsbrief