Het nieuwe kabinet wacht een enorme opgave om tal van maatschappelijke vraagstukken op te lossen – van omgaan met de schaarse fysieke ruimte en asiel tot nationale veiligheid en weerbaarheid. Tegelijkertijd zal het een toekomstbestendig antwoord moeten formuleren op vraagstukken rond de toekomst van de Nederlandse rechtsstaat, de (financiële) verhoudingen tussen overheden, de rol van de regio in het bestuurlijk bestel en de impact van digitalisering en AI op de samenleving.
Berenschot houdt zich dagelijks bezig met deze vraagstukken en is hierover in gesprek met alle betrokken bestuurslagen en maatschappelijke partijen. In zeven verhandelingen geven we op basis van deze kennis en expertise adviezen mee aan het nieuwe kabinet, om in de komende regeringsperiode écht tot doorbraken te komen. Dit keer: de strijd in en om de ruimte.
Ruimte, natuur en water: iedereen móét mee in de tijd
In een (groot) deel van de gebieden in Nederland geldt dat er meer wensen zijn dan beschikbare vierkante kilometers. Je kunt niet op hetzelfde perceel huizen bouwen, koeien houden en natuurlandschappen maken. Daarnaast hebben gebiedskeuzes ook effect op elkaar. Een gebied met intensieve landbouw stoot te veel stikstof uit voor een nabijgelegen natuurgebied. Een grote woonwijk zonder nabijgelegen voorzieningen is niet leefbaar. En een onbereikbaar gebied kan geen stevige economische stappen zetten. Dus zijn er zowel keuzes nodig binnen gebieden (wat wel/niet) als voor gebieden ten opzichte van elkaar.
De keuzemogelijkheden worden echter steeds verder beperkt door het Europees geldende juridisch-ecologisch kader. De Vogel- en Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water en binnenkort ook de verordening inzake natuurherstel bepalen in toenemende mate wat wel en niet kan. Ondergronds komt daar tevens een nieuwe Bodemrichtlijn bij.
Eerdere kabinetten hebben deze ruimtelijke vraagstukken van schaarste vaak benaderd als samenwerkingsvraagstukken. Als partijen binnen een gebied maar goed met elkaar overleggen, komen ze er wel uit. Dat leidde soms tot mooie resultaten, maar vaker tot procesafspraken en beleidsproza. Nu de win-win-mogelijkheden zo ongeveer op zijn, wordt het tijd om de vraagstukken te aanschouwen voor wat ze zijn: een strijd in en om de ruimte. En buiten die strijd om heeft een ander deel van de gebieden van Nederland genoeg beschikbare vierkante kilometers, maar te weinig wensen. Dat wordt nog te weinig ingezien.
Inhoudelijke aanpak vereist
Om als nieuw kabinet de strijd in en om de ruimte effectief te voeren, is aandacht vereist voor de volgende onderwerpen:
- Vul de Nota Ruimte inhoudelijk in. Niet alles kan overal en gebieden zijn van invloed op elkaar. Dat vereist inhoudelijke keuzes in samenhang en duidelijkheid naar de toekomst toe. De huidige Nota Ruimte zet hierin de eerste stappen, maar nadere uitwerking is nodig, net als duidelijker keuzes. Die moeten vervolgens op een regionaler niveau verder worden opgepakt. Dat vraagt doorontwikkeling van de ruimtelijke arrangementen.
- Zet natuurbeheer voorop om ook op korte termijn resultaat te boeken. Natuurmaatregelen kunnen de druk van het juridisch-ecologisch kader stevig verlichten. Zet daarop in. Daarnaast is stikstof een lokaal probleem. Speel daarom met een hotspot-aanpak een aantal gebieden vrij.
- Zet inhoudelijke stappen in de landbouw. Doelsturing is geen panacee, omdat we de komende twee jaar nauwelijks resultaten verwachten én omdat doelen zeer verschillen per gebied, van emissiereductie tot CO2-opslag in veenweide. Dat gaat tot leiden moeilijk uitlegbare verschillen tussen gebieden. Daarom zijn nationale voorwaarden en sturing nodig. Een scherpe visie – niet alles kan overal - maar ook bijpassende instrumenten. Combineer dit met een emissiebeleid dat de komende tien jaar emissiereductie garandeert en overweeg gebiedsoverstijgende en wettelijke ruilverkaveling.
- Prioriteer het nationaal herstelplan dat volgt uit de verordening natuurherstel. In 2027 moet het plan worden ingeleverd waar we per gebied en soort bindende afspraken maken met de Europese Commissie. Anders dan de Habitatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water gaan die afspraken niet alleen over doelen (hoeveel), maar ook over maatregelen (wat moeten we precies doen). Het plan geldt voor heel Nederland, ook buiten de Natura 2000-gebieden. Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten móéten aan de slag. Het stikstofslot zal kinderspel blijken vergeleken met de werking van deze verordening. Combineer dit meteen met de benodigde activiteiten voor de nieuwe Bodemrichtlijn.
- Maak gebieden met te weinig wensen aantrekkelijk. Alle gebieden in Nederland moeten aantrekkelijk zijn. Dan komen de wensen voor de gebieden waar nog ruimte is vanzelf. Dit vereist actie op twee punten: deze gebieden moeten bereikbaar zijn én er moet economisch meer mogelijk worden. Dat kan deels door recreatie en vrijetijdseconomie, maar op deze plekken is ook ruimte voor sociaal-economische vernieuwing. Dat betekent veel meer aandacht voor mobiliteit in en naar deze gebieden én versoepeling van verstrengende juridisch-economische kaders.
- Sommige problemen zijn (nog) niet ‘gejuridificeerd’ maar wel reëel. Ga serieus aan de slag met:
A. Het funderingsvraagstuk. Zeker op slappe bodems als veengronden zijn honderdduizenden huizen aan het verzakken. De potentiële schade bedraagt tientallen miljarden, ook in armere delen van Nederland. De beleidsopties liggen op tafel, het is nu zaak een politieke keuze te maken over de lastenverdeling tussen huiseigenaren, gebieden en de centrale overheid.
B. Het zoetwatervraagstuk. Er is te weinig zoetwater voor én Noord-Nederland én Zuid-Nederland. Niet alleen leidt verzilting tot problemen in landbouw- en natuurgebieden, maar ook de drinkwatervoorziening komt in toenemende mate onder druk te staan. Zoek naar mogelijkheden om de zoetwaterbeschikbaarheid te vergroten, in het watersysteem, met innovaties in de afvalwaterketen en in combinatie met natuurgebieden. - Creëer een systeem dat economische vooruitgang stuwt. Politiek gaat niet alleen over de korte en middellange termijn, maar is ook het begin van grote veranderingen. We moeten toe naar een systeem waarbij economische modernisering de norm is. Dat vraagt duidelijkheid over de lange lijnen in een nationale omgevingsvisie/Nota Ruimte én een breder stelsel van vergunningen die geactualiseerd kunnen worden. Die combinatie moet ondernemers, overheden en inwoners voldoende zekerheid en duidelijkheid geven én voorkomen dat de last van verandering alleen bij nieuwkomers of wijkers belandt. Iedereen móét mee in de tijd.
Specifiek proces nodig
- Verscherp nationaal de Nota Ruimte, de basis onder de lange lijnen. Maak afwegingen om de strijd in en om de ruimte te centraliseren en niet alles op het bordje van medeoverheden te schuiven. Overweeg een omgevingsprogramma om mede aan het stuur te zitten bij de doorwerking op regionaler niveau.
- Draai er niet meer omheen: erken de strijd op politiek-bestuurlijk niveau en herpositioneer de Raad Fysieke Leefomgeving (RFL) op drie kerntaken:
A. Acteren als beslechter van conflict, niet als vormgever van de samenwerking;
B. Aanpakken van nieuwe, reële problemen als zoetwaterbeschikbaarheid en funderingsproblematiek.
C. Bouwen aan een nieuwe sturingsvorm in de ruimte, die langdurige zekerheid combineert met een betere verdeling van de lasten van verandering. - Zet politieke en topambtelijke aandacht op het herstelplan voor de verordening natuurherstel. Dit is de basis voor verstrekkend beleid voor de komende zes jaar. Nu goed doen voorkomt veel problemen later. De Europese schijnwerpers staan al op ons gericht.
- Erken het decennium van de waterschappen. Door klimaatverandering (verdroging en extremen in vernatting), wetgeving rondom waterkwaliteit en de drinkwatervoorziening conflicteert water in toenemende mate met andere (maatschappelijke) belangen. Waterschappen zijn voor alle oplossingen nodig. Dat vereist een functionele én politieke bestuurslaag. Geef hun een duidelijke rol in de aanpak van problematieken, maak duidelijk wie welke kaders stelt én zorg dat waterschappen hun rol in de uitvoering (kunnen) pakken.
- Zorg dat er een nieuw Nationaal Programma Landelijk Gebied komt en vraag provincies opnieuw om de plannen voor hun provincie uit te werken. Samenhangende gebiedskeuzes en financiering zijn nodig.
- Breng gemeenten in positie. De verordening natuurherstel vraagt wat van héél Nederland. Ook in de bebouwde omgevingen, waar gemeenten echt in de lead zijn.
Met deze adviezen voorkomen we dat de strijd om de ruimte ons overkomt. We brengen iedereen in de positie, maken het mogelijk om keuzes te maken én zorgen ervoor dat we verder kunnen kijken dan de wetgevingskaders waar we nu zo tegenaan lopen.