Er is nog te winnen voor de muziekmakers.
De snelle digitalisering van de muziekindustrie heeft geleid tot substantiële verschillen in de royalties die worden verzameld en uitgekeerd door Europese collective management organizations (CMO’s). Terwijl het gebruik van creatieve werken blijft groeien, blijkt dat het huidige systeem vaak achterblijft. Bovendien blijft Europa als culturele grootmacht achter op het wereldtoneel, met een trager groeiend royaltymodel in vergelijking met regio's als China en Latijns-Amerika. Dit roept vragen op over zowel het concurrentievermogen als de toekomstbestendigheid van royalty-inning in een digitaal tijdperk.
In dit artikel duiken we in de complexe processen rondom de muziekverdeling, analyseren we de prestaties van de top-15 CMO’s in Europa in 2024, en hun vermogen om digitalisering effectief te benutten. Hierbij zien we aanzienlijke variaties in de hoogte van verzamelde royalties, de efficiëntie van uitbetalingen en algemene kostenstructuren. Denemarken, met haar CMO KODA, blijkt koploper te zijn, terwijl andere landen zoals Polen en Portugal achterblijven. Naar schatting is er een kloof van bijna € 4 miljard in royalty-inning die potentieel is te dichten als alle CMO's even efficiënt werken als KODA.
De bevindingen laten zien dat de Europese muziekindustrie gebaat is bij meer evenwichtige en efficiënte modellen voor royalty-inning. Hoewel Denemarken als benchmark kan dienen, leidt de variatie in technologisch potentieel en digitalisering tussen landen tot een oneerlijke verdeling van inkomsten voor muziekmakers. Een robuuster en eerlijker systeem kan worden gecreëerd door te investeren in:
- betere coördinatie en samenwerking binnen Europa;
- een sterkere technologische infrastructuur;
- verbeterde licentieovereenkomsten met digitale platformen.
Dit zal niet alleen de bredere muziekindustrie versterken, maar ook zorgen voor een rechtvaardigere uitbetaling van muziekopbrengsten aan makers.
