Via grote technologiebedrijven dringt AI breed door in onze samenleving en raakt economie, (digitale) veiligheid, zorg, onderwijs, arbeidsmarkt en de rechtsstaat. Tegelijk leunt Nederland sterk op geopolitieke machtsblokken en enkele dominante aanbieders zoals Microsoft, Amazon en Google. Daardoor is AI niet alleen innovatievraagstuk, maar ook een vraagstuk over het beschermen van publieke waarden, democratie en het ontwikkelen van (digitale) autonomie.
Dit vraagt om duidelijke politieke keuzes, anders worden die keuzes voor ons gemaakt. Dat besef is in de landelijke politiek nog niet overal doorgedrongen.
Taai vraagstuk, toch te sturen
Algoritmes en AI-systemen zijn al jaren onderdeel van het openbaar bestuur. Met de komst van generatieve AI staat deze vorm van technologie echter meer dan ooit in de spotlight. Volgens de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur bevinden we ons in een ‘tussentijd’: een periode waarin AI nog te onderontwikkeld is om écht op te vertrouwen, maar te goed en te diepgaand om te negeren. En ja, AI is voor Nederland een taai vraagstuk, met constant te weinig kennis over de ontwikkelingen en mogelijke uitkomsten, botsende belangen plus uiteenlopende ideeën over de richting, een bont gezelschap aan betrokkenen (van inwoners tot beleidsmakers en van techondernemers tot politici) en beperkt gevoelde sturingsruimte en maakbaarheid. AI-ontwikkeling lijkt soms iets wat ons overkomt. Terwijl dit type vraagstuk juist vereist dat het kabinet richting kiest, belangrijke waarden markeert en adaptief leert van deze ontwikkeling. En wel met veel meer inzet en aandacht dan nu het geval is, vanuit een waardengedreven blik op technologie.
We schetsen in dit fiche eerst wat er al ligt (want de overheid heeft heus niet stilgezeten), vervolgens de verschillende visies van politieke partijen uit de verkiezingsprogramma’s, en sluiten af met gerichte aanbevelingen voor de coalitievorming en het komende kabinet.
De basis ligt er
De noodzaak tot politieke sturing op AI begint niet bij nul. De afgelopen jaren is al veel werk verricht aan visie, strategie en kaders voor verantwoorde digitalisering en zijn tal van mooie initiatieven opgezet. Hieronder lichten we de belangrijkste bouwstenen toe, als vertrekpunt voor gerichte keuzes van het nieuwe kabinet.
Nationaal niveau: visie, strategie en collectieve uitvoering
- Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS). De NDS verankert centrale regie op digitalisering en vormt, samen met onder andere de Strategie Digitale Economie en de Nederlandse Cybersecurity Strategie (NLCS), het fundament onder het kabinetsbeleid. AI is daarbij een van de zes prioriteiten. Uitgangspunt van de NDS is centrale regie op digitalisering, met oog voor publieke waarden en het beschermen van de rechtsstaat. De uitvoering vraagt tempo en samenhang over overheidslagen heen; vandaar de focus op gezamenlijke standaarden, bouwstenen en federatieve inrichting.
- Gemeentelijke uitwerking (VNG). Gemeenten werken aan verantwoorde toepassing van AI met een eigen governancekader. Op de Najaars-ALV is verder unaniem bekrachtigd dat de VNG gaat werken aan een collectieve aanpak van AI, cloud en digitale veiligheid. Dit versterkt de uitvoering en bundelt inkoopkracht, in lijn met NDS‑doelen.
Europees niveau: AI‑verordening en Digital Omnibus
- AI‑verordening (EU). De AI-verordening is sinds augustus 2024 van kracht en introduceert onder andere een risicogebaseerd regime, toezicht op hoogrisicosystemen en handhaving van verboden AI‑praktijken (onacceptabele risico’s), plus eisen aan veiligheid, transparantie en nationale toezichthouder. De introductie van deze plichten creëert urgentie voor Rijk en uitvoeringsorganisaties. Denk aan het inrichten van toezicht op het gebruik en de verboden van hoogrisico-AI-toepassingen (verantwoordelijkheid van de lidstaten) en het zorg dragen voor AI-geletterdheid onder gebruikers van AI-systemen (verantwoordelijkheid van bedrijven en organisaties).
- Wijzigingsvoorstellen (Digital Omnibus). Het Digital Omnibus-pakket van de Europese Commissie bevat voorstellen tot wijziging van de AI-verordening. Hiermee worden de regels voor hoogrisico-AI-systemen mogelijk pas later van kracht: eind 2027 of 2028 in plaats van augustus 2026. Ook wordt het makkelijker om bijzondere persoonsgegevens te verwerken om bias en discriminatie op te sporen in iedere vorm van AI, in plaats van enkel in hoogrisicosystemen. Verder verschuift de verantwoordelijkheid voor AI-geletterdheid van bedrijven en organisaties naar de EU en de lidstaten. Het nemen van die verantwoordelijkheid is dan geen verplichting, maar een verwachting. Mogelijke implicaties, zoals latere inwerking voor delen van het hoogrisicoregime of herverdeling van verantwoordelijkheden rond AI‑geletterdheid richting overheden, worden nog uitgewerkt. Het kabinet moet hierop anticiperen met scenario’s voor implementatie en toezicht.
Maatschappelijke initiatieven
Op dit ogenblik groeit een maatschappelijke beweging, die politiek momentum creëert voor een waardengedreven AI‑aanpak:
- De Nederlandse AI‑Coalitie (AIC4NL) verbindt publieke diensten, bedrijven en kennisinstellingen met visies op samenleven met AI en mensgerichte AI‑labs.
- Ondernemers en onderzoekers schreven op verzoek van minister Karremans een Nationaal AI‑deltaplan met investeringsvoorstellen voor infrastructuur, vaardigheden, regulering en democratische borging.
- Burgerrechtenorganisaties zoals Bits of Freedom en Amnesty International agenderen mensenrechtenrisico’s en mengen zich nadrukkelijk in het debat over de AI‑verordening en de nationale inzet.
- Via NerdVote worden kiezers gemobiliseerd om digital savvy en AI‑vaardige kandidaten de Kamer in te krijgen, met aandacht voor digitale soevereiniteit, privacy en toezicht.
AI in de verkiezingsprogramma’s
Partijen kiezen al bepaalde richtingen voor AI‑ontwikkeling. De drie belangrijkste tegenstellingen uit de verkiezingsprogramma’s zijn: innovatie versus regulering, investeren in infrastructuur versus investeren in governance, en efficiëntiewinst versus menselijke regie en kwaliteit. Er valt dus echt iets te kiezen, reden temeer dat AI de komende periode fundamenteel en expliciet op de politieke agenda moet staan.
Innovatie of regulering?
Sommige partijen benaderen AI als economische wedloop en win-lose-vraagstuk, gericht op voorsprong, economische kansen en productiviteit. In dat geval ligt de nadruk op innovatie, hubs/fabrieken, publiek‑private samenwerking en steun voor start-ups. Ander partijen kiezen voor een waardengedreven invalshoek, waarin transparantie, mensenrechten, democratische borging en toezicht centraal staan. Deze spanningsboog maakt een eenduidige kabinetskoers lastig. Het combineren van een competitieve innovatieagenda met een ethisch en democratisch fundament vereist immers expliciete keuzes over richting en grenzen. Daarvoor is het nodig fundamentele verschillen in belangen en prioriteiten te overbruggen, terwijl er tegelijkertijd druk is om snel en daadkrachtig beleid te voeren. Het één hoeft het ander echter niet uit te sluiten.
Investeren in infrastructuur of in governance?
Vrijwel alle grotere partijen willen investeren in AI, maar slechts enkele zijn concreet over de daadwerkelijke omvang en mogelijke instrumenten. NSC noemde als enige een specifiek percentage van het BBP (3% voor R&D en AI). Andere partijen zijn terughoudend, waaronder de SP, ChristenUnie en PVV. Zij richten zich vooral op ethische kaders of beperkte toepassingen in de zorg, en niet op brede AI-investeringen. De PVV besteedt zelfs nul aandacht aan AI.
De twee hoofdlijnen bij partijen die zich wel uitspreken:
- Innovatiegericht: fysieke/financiële infrastructuur (AI‑hubs, fabrieken, seed/scale‑steun, publiek-private samenwerkingen) om ontwikkeling en groei te versnellen. Bijvoorbeeld bij VVD, CDA, BBB, JA21. Onduidelijk blijft vaak hoe de hele samenleving hiervan profiteert.
- Governancegericht: instituten en kaders (minister/commissaris, nationale strategieën, ethische richtlijnen, toezichtcapaciteit) om publieke waarden te borgen. Bijvoorbeeld bij GroenLinks-PvdA, D66, ChristenUnie, Volt. De inzet op de innovatie zelf is doorgaans niet helder.
De onderliggende keuze is waar en hoe te investeren: in bouwstenen voor innovatie of in bestuurlijke verankering? Daarnaast is er in veel programma’s meer aandacht voor het verkleinen van de Nederlandse afhankelijkheid van buitenlandse partijen.
Efficiëntie of kwaliteit en menselijke regie?
Ook hier verschillen de accenten, bijvoorbeeld als het gaat om de inzet van AI voor de overheid. Een deel van de partijen focust op efficiëntie (denk aan het verminderen van het aantal ambtenaren en de administratielast, en het verhogen van de productiviteit) en een ander deel op het behoud van de menselijke controle en regie (waaronder het beleggen van menselijke eindverantwoordelijkheid, niet te veel automatiseren, AI ondersteunend en niet vervangend laten zijn). De kern van dit debat draait om de vraag hoe ver automatisering mag gaan zonder dat menselijke waarden in het gedrang komen. Sommige partijen gaan voor de belofte van efficiëntie en kostenbesparing, andere zijn bezorgd dat AI leidt tot verlies van menselijk contact, mogelijke mensenrechtenschendingen en een verschuiving van verantwoordelijkheid van mens naar algoritmes.
Onze aanbevelingen voor het nieuwe kabinet
Zoals hiervoor geschetst, ligt er een basis om op door te werken. Nu is gerichte sturing op AI-ontwikkeling vereist, zodat innovatie hand in hand gaat met democratische borging en publieke waarden.
Wij adviseren het kabinet de volgende acties te ondernemen:
- Kies richting in de ‘tussentijd’: waardengedreven en adaptief: AI zit tussen belofte en praktijk. Kies daarom niet voor één uiterste, maar formuleer een holistische koers die innovatie én publieke waarden samenbrengt. Markeer expliciet welke agenda gevoerd wordt, welke waarden leidend zijn (menselijke regie, transparantie, rechtvaardigheid, digitale autonomie) en handel adaptief door doorlopend te leren en bij te sturen. Betrek een breed scala van partijen: uitvoering, wetenschap, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgerrechtengroepen. Maak voortgang zichtbaar via periodieke impactrapportages over economie, samenleving, geopolitiek en duurzaamheid.
- Borg kennis en capaciteit in de Tweede Kamer: als systeemtechnologie raakt AI alle facetten van de samenleving, digitalisering komt in elke portefeuille terug. Maak AI (en algoritmes) daarom tot een breed besproken thema in de Kamer in plaats van een niche. Richt een structurele kennisinfrastructuur in om ook in de Kamer te leren over de betekenis en impact van AI-ontwikkelingen. Nederland gaat het nodig hebben.
- Plaats digitalisering op ministerieel niveau: beleg verantwoordelijkheid voor digitalisering en AI bij een aparte minister of ministerie voor digitale transformatie. Borg daarmee regie, budget en doorzettingsmacht op het hoogste niveau, zodat de AI‑agenda niet versnipperd raakt. Dit geeft het thema de urgentie en aandacht die het verdient.
- Organiseer publieke regie op data‑ en AI‑infrastructuur: breng controle over AI‑systemen en infrastructuur zo veel mogelijk in publieke handen. Kies voor een benadering waarbij publieke waarden centraal staan: transparantie, controleerbaarheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Investeer daarom in eigen bouwstenen (datavoorzieningen, open/Europese modellen, soevereine cloud), bundel inkoopkracht en stel auditbare normen voor toepassing en inkoop. Dit verkleint de afhankelijkheid van dominante marktpartijen.
- Maak digitale en AI‑geletterdheid verplicht en toetsbaar: zie digitale geletterdheid als een plicht, niet als vrijblijvende verwachting. Dit is vanuit alle perspectieven van belang. Investeer structureel in vaardigheden bij burgers, bedrijven, organisaties en overheid. Leg leerdoelen vast (bijvoorbeeld veilig, kritisch, effectief gebruik), ondersteun (publieke) sectoren met trainingen en bewustwordingsprogramma’s, en veranker dit in onderwijs en publieke dienstverlening.
- Zie AI als onderdeel van de gereedschapskist: AI moet worden beschouwd als een van de instrumenten van de overheid, en niet als het enige antwoord op maatschappelijke uitdagingen. Staar je niet blind op de internationale AI arms race, maar investeer wel in noodzakelijke randvoorwaarden: veilige en betrouwbare data, sterke cybersecurity, eigen AI-modellen en datacenters op Europese of Nederlandse bodem. Zo wordt digitale autonomie gewaarborgd en blijft Nederland flexibel en weerbaar in een snel veranderend technologisch landschap.
- Maak het hoe concreet en borg die randvoorwaarden: (te) weinig partijen spreken zich uit over de (financiële) randvoorwaarden en de middelen (capaciteit, de juiste mensen) die nodig zijn om van AI een succes te maken. Verschaf in de formatieperiode duidelijkheid hierover en zet hier ook serieus op in.
Alleen op die manier lukt het om AI voor Nederland te laten werken in plaats van andersom.