Het nieuwe kabinet wacht een enorme opgave om tal van maatschappelijke vraagstukken op te lossen – van omgaan met de schaarse fysieke ruimte en asiel tot nationale veiligheid en weerbaarheid. Tegelijkertijd zal het een toekomstbestendig antwoord moeten formuleren op vraagstukken rond de toekomst van de Nederlandse rechtsstaat, de (financiële) verhoudingen tussen overheden, de rol van de regio in het bestuurlijk bestel en de impact van digitalisering en AI op de samenleving.
Berenschot houdt zich dagelijks bezig met deze vraagstukken en is hierover in gesprek met alle betrokken bestuurslagen en maatschappelijke partijen. In zeven verhandelingen geven we op basis van deze kennis en expertise adviezen mee aan het nieuwe kabinet, om in de komende regeringsperiode écht tot doorbraken te komen. Dit keer: weerbaarheid als noodzakelijke randvoorwaarde voor de continuïteit van de Nederlandse samenleving.
Weerbaarheid: een steeds urgenter thema
Nederland staat in toenemende mate onder druk van uiteenlopende dreigingen, waaronder geopolitieke spanningen, verstoringen van vitale infrastructuur, grootschalige effecten van klimaatverandering en ondermijning van de democratie. De maatschappelijke en bestuurlijke belangstelling voor weerbaarheid groeit de afgelopen jaren dan ook sterk, met de noodzakelijke strategische afwegingen en investeringen als gevolg. Er gebeurt veel, en dat is alleen maar toe te juichen. Toch leidt het huidige tempo en de manier waarop de weerbaarheidsopgave in Nederland vorm krijgt nog onvoldoende tot daadwerkelijk weerbaardere organisaties en burgers. Reden om richting het nieuwe kabinet expliciet aandacht te vragen voor het thema weerbaarheid en de ontwikkelingen die daaruit volgen. Daarbij pleiten we niet voor een grootschalige koerswijziging, maar om scherpe bijsturing op een aantal punten.
Voorbereidingen nemen een vlucht
De aandacht voor weerbaarheid in Nederland groeit sterk. Dat is niet vreemd: escalatie van een hybride militair conflict komt steeds dichterbij, geopolitieke machtsblokken verschuiven en de kans op uitval van vitale infrastructuur, sabotage, desinformatie en cyberaanvallen neemt toe. Ook het Rijk signaleert deze ontwikkelingen, wat zich vertaalt in verschillende initiatieven. Denk aan advies over noodpakketten in huishoudens, de Kamerbrief weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen van december 2024 en het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren. De rijksoverheid, (semi)publieke en private organisaties bereiden zich steeds meer voor op dreigingen.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
In vrijwel alle verkiezingsprogramma’s krijgen groei en investeringen in Defensie veel aandacht. De meeste partijen onderschrijven de NAVO-norm: 3,5% van de uitgaven naar Defensie en daar bovenop 1,5% defensiegerelateerd. Weerbaarheid wordt gelukkig in een breder perspectief geplaatst: een weerbare samenleving is immers niet alleen afhankelijk van defensie, maar ook van de maatschappij als geheel. Partijen schetsen verschillende oplossingsrichtingen voor het versterken van weerbaarheid, elk met hun eigen focus. Zo benadrukken rechts-conservatieve partijen een sterke nationale verdediging in combinatie met lokale zelfredzaamheid, terwijl links-progressieve partijen internationale en nationale samenwerking koppelen aan lokale sociale versterking. Voorbeelden zijn het aanstellen van een Nationaal Coördinator Maatschappelijke Weerbaarheid (GroenLinks-PvdA), het opzetten van buurtcrisisteams en het oefenen met nationale scenario’s voor black-outs (beide door het CDA).
De voorstellen laten zien dat weerbaarheid steeds meer als een urgente, gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt beschouwd. Steeds vaker roepen gemeenten, uitvoeringsorganisaties en het Rijk onze hulp in om praktische en strategische ondersteuning bij weerbaarheidsvraagstukken. Een logische ontwikkeling, aangezien geen enkele partij de waarheid in pacht heeft. Situaties en inzichten van vandaag bieden geen garantie voor de toekomst. Uitgaande van een blijvend veranderende geopolitieke werkelijkheid, zetten wij hierna enkele zorgen op een rij over de huidige aanpak van de weerbaarheidsopgave.
Aandachtspunt 1. Snelheid en bestuurlijke regie
Binnen de NCTV gebeurt er veel op het thema weerbaarheid. Zo worden er allerlei initiatieven opgezet en veel gesprekken gevoerd met veiligheidsregio’s en gemeenten om samenwerking te stimuleren. De NCTV is op dit moment ook de partij die richting kan geven aan organisaties op het gebied van weerbaarheid. Hiervoor werd op 6 december 2024 de Kamerbrief Weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen gedeeld met de Tweede Kamer. Het vervolg op deze brief, die het ‘hoe’ van de landelijke weerbaarheidsaanpak zou moeten omschrijven, blijft tot nog toe uit. Verschillende organisaties en departementen wachten, al dan niet terecht, op richting vanuit de NCTV voordat zij nieuwe stappen zetten. Dit is zonde en niet nodig. We roepen een nieuw kabinet op om meer snelheid te maken in het geven van die richtinggevende kaders, zodat andere partijen ook weer vooruit kunnen.
Een complicerende factor hierbij is dat de gehele bestuurlijke regie voor weerbaarheid en nationale veiligheid op dit moment bij het ministerie van Justitie & Veiligheid (NCTV) is belegd. Hier is ruim budget voor beschikbaar, maar de NCTV kent een beperkte omvang en heeft veel andere taken. Andere departementen hebben weinig budget voor weerbaarheid of hierop in de afgelopen jaren bezuinigd. Weerbaarheid is echter een thema dat alle sectoren in de samenleving raakt. Als het nieuwe kabinet weerbaarheid
integraal als opgave zou regisseren, verhoogt dat de snelheid waarmee het thema wordt aangepakt.
Aanbeveling 1
Berenschot adviseert het kabinet om de weerbaarheidsopgave integraal en departementoverstijgend aan te pakken. Investeer in personen en structuren die op nationaal niveau regie voeren, prioriteiten stellen en voortgang bewaken, zoals bijvoorbeeld een nationaal coördinator weerbaarheid. Zorg voor een departementoverstijgend proces, budget en structuur.
Aandachtspunt 2. Balans tussen denken en doen
Ondanks de inzet van het kabinet op de weerbaarheidsopgave worstelen onderliggende organisaties in de praktijk met de vraag hoe ze hun weerbaarheid kunnen versterken. Wij signaleren daarbij twee insteken: 1) denken: focus op het definiëren van het begrip weerbaarheid, maar moeite hebben om over te gaan tot concrete actie, en 2) doen: het ad-hoc nemen van maatregelen, zonder helder in beeld te hebben of deze daadwerkelijk bijdragen aan weerbaarheid. Het nieuwe kabinet moet organisaties ondersteunen in het vinden van de gulden middenweg tussen denken en doen.
Aanbeveling 2
Berenschot adviseert het kabinet om organisaties te stimuleren op denken én doen:
- Denken: ondersteun organisaties bij het definiëren van hun specifieke weerbaarheidsopgave, passend bij hun rollen, taken, verantwoordelijkheden en ambities. Kom met richtinggevende kaders die helpen de opgave te formuleren en die houvast bieden.
- Doen: borg in diverse programma’s financiële ruimte voor organisaties om daadwerkelijk maatregelen te kunnen nemen die de weerbaarheid versterken. Denk aan (gecoördineerde) aankoop van noodaggregaten en satelliettelefoons. Werk uit hoe organisaties dit het beste kunnen vormgeven.
Aandachtspunt 3. Maatschappijbrede samenwerking en coördinatie
Het creëren van een weerbare samenleving vraagt samenwerking tussen veel partijen: overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en inwoners. Naast afstemming tussen overheid en vitale private sectoren moeten ook het mkb, grote multinationals, brancheorganisaties, maatschappelijke organisaties en burgerinitiatieven een duidelijke plek krijgen. Weerbaarheid is niet voorbehouden aan vitale sectoren (zoals telecom, energie, logistiek en veiligheid), maar raakt het gehele economische en maatschappelijke stelsel. Een verstoring in één deel van dit netwerk kan doorwerken naar andere domeinen (keteneffecten) en zo de maatschappelijke stabiliteit onder druk zetten. Daarom moeten álle private partijen – van lokale ondernemers tot internationale concerns – actief nadenken over hun eigen kwetsbaarheden, hoe hun continuïteit te borgen is en hoe zij kunnen helpen kettingreacties te voorkomen. Het nieuwe kabinet dient hen hierin goed te ondersteunen via een maatschappijbrede aanpak.
Aanbeveling 3
Ontwikkel een nationale strategie die alle sectoren – van vitale infrastructuur tot mkb en multinationals – betrekt bij het versterken van weerbaarheid. Stel duidelijke kaders op, faciliteer kennisdeling en scenario-oefeningen en bied financiële en organisatorische steun om gezamenlijk verstoringen te voorkomen en maatschappelijke continuïteit te borgen.
Noodzakelijke randvoorwaarde
Weerbaarheid is geen modieus thema maar een noodzakelijke randvoorwaarde voor de continuïteit van onze samenleving. Het nieuwe kabinet kan het verschil maken door in te zetten op 1) snelheid en bestuurlijke regie, 2) organisaties richting geven tussen denken en doen en 3) samenwerking en coördinatie naar een maatschappijbrede aanpak.