Dit jaar heeft Berenschot het bestaande kostprijsmodel voor hulp bij het huishouden doorontwikkeld, samen met de groep van twaalf aanbieders van hulp bij het huishouden die aan deze tweede editie van de Kostprijsbenchmark deelnamen. Op basis van de uitkomsten van de kostprijsbenchmark is een sectorbeeld opgesteld, met de belangrijkste inzichten en uitkomsten. Daarbij is voor 22% van de markt de kostprijs in kaart gebracht. Dit benchmarkonderzoek zal jaarlijks herhaald worden.
De eerste versie van het kostprijsmodel werd in 2022 ontwikkeld door Berenschot in samenwerking met ActiZ, Zorgthuisnl en de groep van 22 aanbieders van hulp bij het huishouden die aan de eerste editie van de Kostprijsbenchmark Hulp bij het Huishouden deelnamen. Dit model maakte het mogelijk om op uniforme wijze kostprijzen te berekenen én te vergelijken. Met de eerste editie in 2022 werd voor 31% van de markt de kostprijs in kaart gebracht.
Objectief en eenduidig
Genoemde Kostprijsbenchmark Hulp bij het Huishouden is nog steeds het enige onderzoek dat op dergelijke schaal objectief en eenduidig inzicht geeft in de hoogte en samenstelling van de kostprijzen voor hulp bij huishouden. Hoewel de Kostprijsbenchmark niet de gehele populatie omvat en dus geen sluitend antwoord biedt voor de gehele markt voor hulp bij het huishouden, is echter wel een geringe en constante spreiding zichtbaar in de uitkomsten van beide edities. Dit maakt het aannemelijk dat de waarden in de benchmark een gedegen vergelijking geven.
Het kostprijsmodel maakt het daardoor mogelijk met gemeenten gesprekken te voeren over kostprijzen die leiden tot reële tarieven op basis van gevalideerde en op het product toegesneden gegevens. Bovendien kan deze informatie aanbieders helpen om de eigen bedrijfsvoering gericht verder te optimaliseren.
Twee tools
Naast dit kostprijsonderzoek brengt Berenschot jaarlijks een rekentool voor tarieven Wmo (begeleiding en hulp bij het huishouden) uit, zij het op basis van een andere systematiek. Waar de rekentool de kostprijs berekent aan de hand van opslagen, gebeurt dit in de kostprijsbenchmark met behulp van het toerekenen van alle kosten. Daarnaast wordt in de kostprijsbenchmark een vergelijking gemaakt op kostensoort met andere aanbieders; de rekentool brengt alleen de eigen kostprijs in kaart. Beide tools zijn naast elkaar te gebruiken.