Sinds de invoering van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI) in 2002 is de minister van SZW verplicht elke vijf jaar een evaluatie uit te voeren. Ter voorbereiding op de evaluatie 2025-2026 evalueerde Berenschot het toezicht en de aansturing door het ministerie op UWV, SVB, IB en BKWI plus de samenwerking tussen deze organisaties en het ministerie. Conclusie: hoewel partijen duidelijk stappen gezet hebben, is nog verbetering mogelijk.
Kernvraag van de SUWI-evaluatie luidde: ‘In hoeverre is de huidige sturing, de samenwerking en het toezicht binnen het SUWI-stelsel werkbaar en draagt deze bij aan het realiseren van de maatschappelijke SUWI-opgaven.’ Ten aanzien van de sturing en samenwerking met zbo’ concludeert Berenschot dat deze in de onderzoeksperiode (2020-2024) sterk verbeterd is, onder meer dankzij ontwikkeling richting het stewardship-model. Het advies is dan ook de ingezette weg te vervolgen en te onderhouden. Dit met de aanbeveling om te onderzoeken welke elementen hieraan toegevoegd kunnen worden om ook tijdens incidenten die goede samenwerking en het onderling vertrouwen te behouden.
Vereenvoudiging wetgeving hoogste prioriteit
Verder merkt Berenschot in het rapport op dat vereenvoudiging van wetgeving een belangrijke bijdrage kan leveren aan verkleining van de kans op fouten in de uitvoering van wet- en regelgeving. “Vereenvoudiging van wetgeving is niet eenvoudig, maar nog onvoldoende een gezamenlijke opgave van ministerie en zbo’s”, stelt Bram Berkhout, senior managing consultant bij Berenschot. “De vereenvoudigingsagenda van het ministerie van SZW is een uitstekende basis om samen met de uitvoering die verdere stappen te zetten in de komende periode. Bijvoorbeeld door dit de hoogste prioriteit en een vaste plek in de gesprekscyclus te geven.”
Verschillende perspectieven
De algemene conclusie ten aanzien van organisatiegericht toezicht luidt dat ook hier doorontwikkeling heeft plaatsgevonden, maar nog steeds niet heeft geleid tot een werkbare situatie voor het ministerie en de zbo’s UWV en SVB. Een conclusie die Berenschot ook al trok bij de eerdere SUWI-evaluatie uit 2020, eveneens uitgevoerd door het bureau. Berkhout: “Belangrijkste reden voor het nog niet optimaal functioneren is dat ministerie en zbo’s verschillende perspectieven hebben op wanneer sprake is van ‘werkbaar organisatiegericht toezicht’. Naast aanpassingen in de organisatie en werkprocessen vereist dit volgens hem een fundamentele dialoog tussen de betrokken partijen, uitmondend in een nieuwe en gedragen visie op organisatiegericht toezicht.
Kabinetsreactie dit najaar
Begin juni hebben minister Van Hijum (SZW) en staatssecretaris Nobel (Participatie en Integratie) de Tweede Kamer en de Eerste Kamer per Kamerbrief geïnformeerd over de stand van de uitvoering sociale zekerheid. De kabinetsreactie wordt in het najaar verwacht, in samenhang met de bestuurlijke reactie op andere lopende onderzoeken, waaronder het onderzoek van de Rekenkamer naar de WIA.