Ik ben expert in het opzetten en uitvoeren van beleidsonderzoek, in allerlei vormen. Expertise die ik in meer dan 25 jaar heb opgebouwd. Het is mijn diepste overtuiging dat alleen goed onderzoek beleid van overheden en bedrijven beter maakt.
In 2016 heb ik er bewust voor gekozen om mijn carrière in het beleidsonderzoek voort te zetten binnen Berenschot. Dit vanuit de overtuiging dat juist door Berenschot uitgevoerd beleidsonderzoek klanten meerwaarde biedt. Het is namelijk onze kracht dat we onderzoeksprojecten altijd zo weten te organiseren dat uitgebreide sectorkennis van onze adviseurs gekoppeld wordt aan gedegen kennis en gebruik van onderzoeksmethoden. Juist deze combinatie levert klanten in de praktijk synergie op.
Op alle beleidsterreinen waarop klanten Berenschot weten te vinden, doen zich vragen voor om met kennis beleid te versterken. Onderzoek komt dan ook vaak in beeld. Mijn werkveld binnen Berenschot is daarom breed, maar in de praktijk voer ik de meeste projecten uit op de thema’s sociaal domein, onderwijs en zorg.
Bent u verantwoordelijk voor het (door)ontwikkelen van beleid en heeft u behoefte aan goed onderzoek vanuit een sterke praktijkbasis? Ik help u daar graag mee. Het is mijn passie.
Op 18 november jl. heeft de minister van LNV de bevindingen van de evaluatie van de Wet dieren gedeeld in een brief aan de Tweede Kamer. Wij voerden deze evaluatie uit en onderzochten de doeltreffendheid en effectiviteit van de wet. Daarbij is gekeken naar de mate waarin de doelen van de wet worden behaald, in hoeverre deze heeft geleid tot een vereenvoudiging en samenhangend stelsel van regels en de mate waarin de wet effectief kan worden gehandhaafd. Belangrijk aandachtspunt is dat de open normen in de wet kunnen leiden tot onduidelijkheid voor sectorpartijen en handhavende instanties.
De intensieve begeleiding en onderwijstoeleiding van jonge vluchtelingen in de gemeente Leiden heeft een positief effect op hun aansluiting op het Nederlandse onderwijs. Dat blijkt uit onderzoek dat Berenschot uitvoerde naar project JAS, het aanbod in de Leidse regio voor statushouders tot 30 jaar. Een groot deel van jonge statushouders stroomt succesvol door naar het onderwijs en is na deelname aan de aanpak niet meer afhankelijk van een uitkering.
De uitvoeringspraktijk van gemeenten en aanbieders is de afgelopen jaren door toedoen van de AMvB reële prijs Wmo 2015 in positieve zin veranderd. Wel is er nog ruimte voor verbetering. Dat blijkt uit het eindrapport ‘Evaluatie AMvB reële prijs Wmo 2015’ van Berenschot, dat door minister Hugo de Jonge van VWS afgelopen vrijdag werd aangeboden aan de Kamer.
Naar verwachting wordt op 1 januari 2021 de nieuwe Wet inburgering van kracht. Een belangrijke verandering is dat taken die nu deels bij het Rijk, (private) onderwijsorganisaties maar vooral bij de inburgeraar zelf liggen worden overgeheveld naar gemeenten.
In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voerde Berenschot een evaluatieonderzoek uit naar het experiment op het thema indicatiestelling van het programma Waardigheid en trots. In dit experiment voeren zestien zorgorganisaties een groot deel van de werkzaamheden die nodig zijn voor een indicatie zelf uit, in plaats van dat het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) dat doet. Het CIZ neemt wel nog het uiteindelijke indicatiebesluit. De minister van VWS stond voor de vraag of het zinvol was het experiment voort te zetten. Daarvoor is gedegen inzicht nodig in de effecten van de experimentele werkwijze van indicatiestelling op een aantal belangrijke componenten van kwaliteit van zorg en het welzijn van cliënten. Doel van de evaluatie was dan ook om objectieve kennis te vergaren die het Ministerie van VWS helpt bij het maken van een weloverwogen keuze.