Een leven lang leren
Ik ben afgestudeerd aan de Nyenrode Business Universiteit. Daar rondde ik de executive master in finance & control af met een onderzoek naar de manieren waarop cultureel ondernemerschap bijdraagt aan maatschappelijke waarde. Hiermee maakte ik mijn eigen droom waar, om een brug te slaan tussen de student van de kunstacademie en de financial van Nyenrode.
Wat bied ik u?
U krijgt met mij een financial die in het onderwijs en de culturele sector werkzaam is geweest, die inhoudelijk met u meedenkt en mogelijkheden verkent. Op uw verzoek voer ik kostprijsanalyses uit, werk ik businesscases uit voor toekomstscenario’s en stel financiële analyses op. Daarbij vormt mijn bedrijfseconomische achtergrond een driehoek waarin ik organisatieinrichting, bedrijfssystemen en financiën verbind.
Ik houd van resultaten die niet alleen terzake zijn, maar ook mooi vormgegeven zijn.
Het kabinet heeft het voornemen om de kosten voor de kinderopvang voor alleen werkende ouders ‘bijna gratis’ te maken. Daarmee gaat de maatschappij fors investeren om de arbeidsparticipatie van ouders te verhogen. Hoe werkt dit in landen als Zweden of het Verenigd Koninkrijk, en welke lessen kunnen we hieruit trekken?
Met bijna gratis kinderopvang wil het kabinet-Rutte IV onder meer kansengelijkheid voor alle kinderen en participatie van jonge ouders op de arbeidsmarkt vergroten. Daarbij wordt nagedacht over een stelsel waarbij de overheid de vergoeding voor geleverde opvang direct aan de aanbieders betaalt. Om het effect daarvan in kaart te brengen, gaf Brancheorganisatie Kinderopvang Berenschot de opdracht een beknopte analyse uit te voeren naar de prijsvorming in de markt van de kinderopvang.
Door toenemende aandacht voor kinderopvang als ontwikkelplek en de complexiteit van het toeslagenstelsel, is er steeds meer discussie over de kinderopvang in Nederland. Dat was voor de Brancheorganisatie Kinderopvang aanleiding Berenschot te vragen een internationaal vergelijkend onderzoek uit te voeren naar kinderopvangstelsels in vijf landen. Deze objectieve vergelijking en de twaalf lessen die hieruit naar voren kwamen, zijn bedoeld als inspiratie voor de gesprekken over een herinrichting van de Nederlandse kinderopvang.
In 2021 is het aantal kinderen in de leeftijd van 0-13 jaar dat een vorm van kinderopvang bezocht weer toegenomen ten opzichte van 2019 (voor corona). Wat weten we over de opvang die deze kinderen krijgen? Hoe ziet het aanbod en gebruik van kinderopvang eruit? Hoe goed is de Nederlandse kinderopvang? En welke kosten zijn ermee gemoeid? In een tweede editie van het kennisdossier Kinderopvang in beeld presenteert Berenschot een actueel overzicht van de stand van zaken van de Nederlandse kinderopvang.
Tijdens de coronapandemie kregen onderwijsinstellingen in het mbo, hbo en wo ruimte om, waar nodig, af te wijken van de vigerende wet- en regelgeving om het onderwijs zo goed als mogelijk door te laten gaan. In opdracht van het Ministerie van OCW onderzocht Berenschot wat het effect was van dergelijke maatregelen en afspraken, vastgelegd in servicedocumenten voor mbo en hoger onderwijs. Daarnaast is onderzocht in hoeverre het wenselijk is om dergelijke maatregelen en afspraken ook buiten coronatijd te behouden. Begin juni heeft de minister deze evaluatie aangeboden aan de Tweede Kamer.
Minister van Engelshoven stuurde afgelopen maart een Berenschot rapportage naar de Tweede Kamer over de bekostiging van hogescholen en universiteiten. Dit onderzoek maakt onderdeel uit van een drietal onderzoeken, waarvan Berenschot er twee voor de minister heeft uitgevoerd. De uitkomsten van de onderzoeken worden onderdeel van de formatie.
Is het wenselijk om de bekostiging van het hoger onderwijs aan te passen met het oog op meer flexibele deelname? In het kader van die vraag van het Ministerie van OCW voerde Berenschot een scenariostudie uit. Conclusie: bij een kleine doelgroep is flexstuderen voor instellingen financieel relatief goed uitvoerbaar, bij een grotere doelgroep heeft dit ingrijpende (financiële) gevolgen voor de instellingen, DUO en Studielink.
In 2019 bezocht bijna de helft van jonge Nederlandse kinderen de kinderopvang. Wat weten we over de opvang die deze kinderen krijgen? Hoe ziet het aanbod en gebruik van kinderopvang eruit? Hoe goed is de Nederlandse kinderopvang? En welke kosten zijn ermee gemoeid? In het kennisdossier Kinderopvang in beeld presenteert Berenschot een overzicht van de geschiedenis en stand van zaken van de Nederlandse kinderopvang.
In opdracht van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat onderzocht Berenschot de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid rond openbaar vervoer en spoor over de periode 2013-2017. Op veel afzonderlijke onderdelen blijken inmiddels deelresultaten geboekt, wel doet Berenschot enkele aanbevelingen om de meetbaarheid van resultaten te verbeteren. “Om de doelmatigheid goed te kunnen vaststellen, is het belangrijk dat doelen specifieker geformuleerd worden en er meer informatie beschikbaar is.”, aldus Ronald van der Mark, onderzoeker bij Berenschot.
Steeds vaker zoeken scholen, kinderopvanginstellingen en peuterspeelzalen naar samenwerkingsmogelijkheden. Door intensiever samen te werken beogen zij een betere kwaliteit en continuïteit aan ouders en kinderen te bieden. In opdracht van het Ministerie van OCW deed Berenschot onderzoek naar de bestuurlijk-juridische vormgeving van de samenwerking tussen primair onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzalen.