RIBW Nijmegen & Rivierenland ondersteunt mensen met een ernstige psychische kwetsbaarheid bij hun persoonlijk en maatschappelijk herstel. De organisatie richt zich op wonen, werken & leren, dagbesteding, sociale contacten, financiën en gezondheid. Duurzame inzetbaarheid staat binnen de RIBW Nijmegen & Rivierenland hoog op de agenda. Voor het HR-Trendonderzoek spraken we met directeur Mens & Gezondheid Reinet Krijger en junior adviseur Lieke van Raaij over hun visie, aanpak en de rol van alle collega’s.
Toenemende vraag naar zorg
De vraag naar zorg en begeleiding wordt komende jaren alleen maar intensiever, terwijl het aantal beschikbare professionals afneemt. “Het is nu al moeilijk om geschikte collega’s te vinden en dat wordt naar verwachting alleen maar lastiger. Dat maakt dat we anders
moeten gaan kijken naar onze begeleiding, manier van organiseren en het betrekken van de omgeving. De beweging die nodig is, staat of valt met collega’s die goed toegerust zijn, lekker in hun vel zitten en samen met cliënten en hun team een prettige woon- en werkomgeving creëren”, verklaart Reinet Krijger. “Onze begeleiders ondersteunen cliënten die langdurig in herstel zijn en vaak niet volledig zullen herstellen. Dit vraagt veel van hen en kan leiden tot een hoge psychische belasting en soms zelfs uitval. Dat maakt ook het omgaan met mentale belasting een belangrijk thema bij het laden van duurzame inzetbaarheid voor de RIBW.”
Deze case is onderdeel van het HR-Trendrapport 2025-2026. Sinds 2009 doet Berenschot jaarlijks onderzoek naar de trends op het gebied van hr, met ondersteuning van SkillsTown en Performa Uitgeverij.
Welzijn en kwaliteit
Door structureel en actief invulling te geven aan duurzame inzetbaarheid, wil de RIBW houvast bieden aan hun medewerkers en daarmee de kwaliteit van dienstverlening aan cliënten waarborgen. Lieke van Raaij: “We hechten veel belang aan het welzijn van collega’s, wat op lange termijn ook bijdraagt aan kwaliteit en productiviteit.” Krijger vult aan: “Voor een goede begeleiding van cliënten is het essentieel dat collega’s gezond zijn en op de juiste wijze toegerust worden om hun werk goed te doen. Denk aan vakkennis, ruimte voor ontspanning, aandacht voor medewerkers en teamontwikkeling of andere ondersteunende middelen. Naast een gezonde leefomgeving voor onze cliënten creëren we zo een gezonde werkomgeving voor onze collega’s.”
Voor een goede begeleiding van cliënten is het essentieel dat collega’s gezond zijn en op de juiste wijze toegerust worden om hun werk goed te doen.
- Reinet Krijger, directeur Mens & Gezondheid, RIBW Nijmegen en Rivierenland.
Loopbaanpaden en functiemix
RIBW Nijmegen & Rivierenland heeft al verschillende initiatieven ontplooid die bijdragen aan duurzame inzetbaarheid. “Er wordt bijvoorbeeld gewerkt aan het opzetten van loopbaanpaden en het herzien van de functiemix binnen teams. Dit traject is onlangs van start
gegaan. Daarbij wordt ingespeeld op specifieke ambities en capaciteiten van collega’s en het versterken van de kennis in de teams. “Daarnaast creëren we junior functies voor collega’s die wel aan de juiste kwalificaties voldoen, maar nog geen achtergrond hebben in de ggz
en daarin worden opgeleid. En er komen meer ondersteunende functies voor bijvoorbeeld schoonmakers die niet alleen schoonmaken, maar ook helpen om samen met cliënten een lunch voor te bereiden of een maatje te zijn”, zegt Krijger. “Dit biedt flexibiliteit en zorgt ervoor dat teams beter kunnen inspelen op de behoeften van hun cliënten en hun eigen expertise in kunnen zetten waar het echt heel hard nodig is.”
Betrokkenheid van medewerkers
Samen met Berenschot werkt de RIBW aan een visie en een kader voor duurzame inzetbaarheid, waarin samenhang wordt gecreëerd tussen de bestaande acties en activiteiten. De organisatie streeft ernaar om medewerkers zo veel mogelijk te betrekken bij het ontwikkelen en implementeren van strategieën. “Zo hebben we over verschillende strategische thema’s intensieve gesprekken gevoerd met alle collega’s die daar interesse in
hadden. Deze gesprekken zijn uitgewerkt in tekeningen die een gespreksplaat vormen voor vervolggesprekken in en met de teams. Op basis daarvan hebben we onze strategie verder vormgegeven”, aldus Krijger.
In dialoogsessies over duurzame inzetbaarheid hebben medewerkers in spelvorm kunnen meedenken over duurzame inzetbaarheid. “En als we straks acties en activiteiten willen gaan inzetten om hier invulling aan te geven, toetsen we dat weer bij collega’s”, zegt Van Raaij.
Deze bottom-up benadering zorgt ervoor dat medewerkers actief bijdragen aan de visie van de organisatie. “Tijdens de dialoogsessies hoor ik regelmatig dat medewerkers het prettig vinden om hun stem te laten horen en de bottom-up werkwijze als waardevol ervaren.”
Platte structuur
Een platte structuur zorgt ervoor dat medewerkers veel verantwoordelijkheid krijgen en actief worden betrokken bij het bepalen van het beleid rond duurzame inzetbaarheid. “De focus in de teams ligt op de begeleiding van cliënten, met een aantal neventaken zoals het maken van de roosters bijvoorbeeld. Dit zorgt voor veel autonomie zo dicht mogelijk op de werkvloer”, vertelt Krijger. De organisatie kent geen teamleiders of leidinggevende functies. “Binnen de teams zijn coördinatoren in duaal leiderschap ondersteunend aan
de teams. Collega’s zijn en voelen zich dus ook zelf verantwoordelijk voor hun gezondheid en inzetbaarheid”, verklaart Van Raaij. “Wij hebben de taak dat goed te ondersteunen en maatwerk te bieden waar dat nodig is.”
Continue dialoog
Om duurzame inzetbaarheid verder te vergroten ziet Krijger kansen om te differentiëren op basis van levensfase. “Collega’s die bijvoorbeeld net een kind hebben gekregen of te maken hebben met mantelzorg, stellen andere eisen aan hun werk, hebben iets anders nodig. Daar kunnen we nog beter op inspelen.” Momenteel worden de uitkomsten van de dialoogsessies verwerkt in een aantal oplossingsrichtingen om de duurzame inzetbaarheid van medewerkers verder te vergroten. Deze oplossingsrichtingen worden opnieuw gedeeld met alle medewerkers om samen het beleid en de instrumenten die hen ondersteunen verder vorm te geven en zo de kwaliteit van begeleiding van de cliënten te waarborgen.