De energietransitie betekent een drastische verandering in onze samenleving. Gedreven door overlevingsdrang ruilen we het gevestigde fossiele systeem in voor een duurzaam systeem. Toch rennen we ondanks alle mogelijkheden die we hebben niet zo hard richting een CO2 vrije toekomst als we nodig achten. Ligt de oplossing hiervoor in de techniek ? of in ons gedrag ?
De uitdaging waar we voorstaan is zowel een technologische uitdaging als een culturele uitdaging. Ik wordt gedreven door beide aspecten van deze uitdaging, voor een duurzaam Nederland moet zowel de technologie als de samenleving verduurzamen.
Ik word gedreven door deze uitdaging waarbij ik als adviseur de unieke kans heb om op alle niveaus mee te werken aan oplossingen. Wat mij hierin drijft is om in steeds net weer een andere vraagstuk samen met klant en collega's de puzzel opnieuw te leggen. Hierin haal ik energie uit de uitdaging zowel inhoudelijk als adviseur om tot het beste advies te komen als maatschappelijk voor de energietransitie.
De toenemende elektrificatie en opwek in de gebouwde omgeving zal op het laagspanningsnet richting 2030 leiden tot hogere netinvesteringen en -kosten. Uitdagingen rond netcongestie en het inpassen van nieuwe netinfrastructuur zijn te beperken door de belasting van het elektriciteitsnet meer te spreiden in de tijd.
De vorig jaar aangenomen Wet fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw stelde dat een tariefstudie nodig is om te bepalen hoe hoog de sectorbrede CO2-heffing moet zijn in de komende jaren. In opdracht van het Ministerie van Financiën voerde Berenschot samen met Kalavasta een tariefstudie uit en berekende een nieuwe heffingshoogte: 14,40-14,60 euro/ton CO2 in 2030.
Berenschot en Arcadis helpen het ministerie van IenW en de provincies Gelderland, Overijssel en Utrecht bij het ontwikkelen van bouwstenen voor de afweging over en ontwikkeling van beleid voor bodemenergie.
In de gemeente Ede is een privaat warmtebedrijf, Warmtebedrijf Ede, beheerder van het warmtenet in de gemeente. De gemeente heeft samenwerkingsafspraken met dit bedrijf gemaakt, zodat zij kunnen sturen op de eigen ambities en doelstellingen in de warmtetransitie.
De energierekening voor huishoudens blijft naar verwachting hoog tussen 2023 en 2035. Dit blijkt uit onderzoek van Berenschot in opdracht van Essent. Hogere belastingen op aardgas, stijgende netbeheerkosten en structureel hogere energieprijzen zijn hiervan de belangrijkste oorzaken.
Ter ondersteuning van besluitvorming over de oprichting van het Gelders Warmte Infra Bedrijf (GWIB) vroegen de provincie Gelderland, Firan en Oost NL Berenschot hen als kwartiermaker te ondersteunen bij het opstellen van een businessplan. Doel van dit businessplan was een goed beeld te geven van het GWIB, waarom het wordt opgericht en hoe het zal opereren.
Vanwege de verhoogde rente kunnen de kapitaalkosten van de energietransitie stijgen met € 17 miljard tot 2030. Daardoor wordt het minder aantrekkelijk te investeren in hernieuwbare energie en neemt de subsidievraag toe, mogelijk ook voor technologieën die nu winstgevend zijn, zoals zonne- en windenergie. Deze slechtere businesscase kan uiteindelijk de energietransitie vertragen, zo blijkt uit onderzoek van Berenschot in opdracht van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie.
Warmtenetten spelen een belangrijke rol in het behalen van de klimaatdoelen voor de gebouwde omgeving. Scenario’s gaan uit van 15 tot 45% van de gebouwde omgeving op warmtenettten in 2050.
Net als elders in Nederland zijn op het elektriciteitsnet in Brabant knelpunten gaan ontstaan, voor zowel de vraag als de invoeding van elektriciteit. Ondanks forse inspanning van de netbeheerder is het tekort aan netcapaciteit niet op de korte termijn opgelost. In een pilot hebben de provincie Noord-Brabant en de netbeheerders daarom onderzocht welke rol zij kunnen spelen in het oplossen van die transportschaarste. Berenschot begeleidde de pilot, die in het teken stond van integrale programmering.
De energietransitie is in volle gang en ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Veel partijen zijn zoekende naar hun koers en positie in deze veranderlijke omgeving. Berenschot voert veel onderzoeken en adviesopdrachten uit om daarbij te ondersteunen. Dit levert veel inzichten op, die we jaarlijks met u delen. In 2023 is het tijd om daadwerkelijk keuzes te gaan maken. Ook rondom dit thema houden we u graag op de hoogte. Dit is inzicht 4.
Stijgende energieprijzen, veranderende marktordening, nieuwe technologische ontwikkelingen en de nieuwe landelijke subsidies en normen zorgen voor verandering in de warmtemarkt. In opmaat naar een herijking van de warmtevisie is Berenschot gevraagd door de gemeente Nijmegen om de huidige inzet in warmtenetontwikkeling te toetsen vanuit het perspectief van deze veranderende warmtemarkt.
Bij de ophanden zijnde Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw) zijn stakeholders het nog niet eens over de gewenste marktordening (ketenstructuur) van warmtenetten in Nederland. In dit kader deed Berenschot eerder dit jaar een vergelijkend onderzoek naar zes warmtenetten. In de huidige warmtemarkt worden vele ketenstructuren en organisatiemodellen toegepast en gemeenten maken daarin hun eigen keuzes, afhankelijk van de lokale situatie en voorkeuren.
In opdracht van de gemeente Arnhem hebben we samen met Innoforte vorig jaar een warmtenetstrategie ontwikkeld, als input voor de TransitieVisie Warmte (TVW) die de gemeenteraad inmiddels heeft aangenomen.
In opdracht van het Expertise Centrum Warmtenetten (ECW) heeft Berenschot het zogenaamde 'startmotortemplate' een flinke update gegeven.
Publiek-private samenwerking in de aanleg van warmtenetten kan de onrendabele top tot wel 66% naar beneden brengen. De crux is het scheiden van de ontwikkel- en de operationele fase. Dat concluderen Invest-NL en onderzoeksbureau Berenschot in de vandaag verschenen whitepaper ‘Collectieve warmtenetten – meerwaarde van een publiek-private samenwerking (PPS). De (financiële) meerwaarde geïllustreerd aan de hand van een voorbeeldcasus.’
Eerder deze week ondertekenden woningcorporaties, warmtebedrijven en de gemeente in het kader van de Amsterdamse Warmtemotor een samenwerkingsovereenkomst om bestaande gebouwen en woningen in de stad van het gas af te halen.
Wil de overheid woningisolatie stimuleren, dan is de richting ten aanzien van de doelgroep onder meer bepalend voor het effect. Daarnaast gaat het niet alleen om de financiële middelen, huishoudens moeten de isolatiemogelijkheden (1) kennen, (2) kunnen nemen en (3) willen toepassen. Dat is de uitkomst van een verkenning die Berenschot uitvoerde in opdracht van de Directie Bouwen en Energie van het Ministerie van BZK.
In opdracht van de TKI Urban Energy en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft Berenschot het onderwerp gelijkspanning onder de loep genomen. Dit heeft geleid tot vijf whitepapers voor de verschillende marktsegmenten.
Waterstof voor warmtenetten biedt perspectief en kan in gunstige situaties nu al een duurzame bijdrage leveren aan de energievoorziening. Dat geldt voor warmtenetten dicht bij de huidige waterstofleidingen, uitgaande van invoeding met ‘blauwe’ waterstof gemaakt uit methaan in combinatie met CO2-afvang en ‑opslag. Het gebruik van groene waterstof (gemaakt met wind- of zonnestroom) is vanaf 2030 rendabel wanneer deze voor de piekvraag wordt ingezet naast de hoofdbron (restwarmte of geothermie).
Ten behoeve van het lopende overlegproces van de klimaattafels heeft Berenschot onderzoek gedaan naar de systeemvraagstukken in het energiesysteem tot 2030 en 2050. Dit gebeurde in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Zonnewarmte levert de meeste energie per vierkante meter, bespaart extra CO2, is flexibel inzetbaar door de opslagmogelijkheden en is uitstekend toepasbaar in huis en voor warmtenetten. Dit blijkt uit een position paper, opgesteld door Berenschot in opdracht van Holland Solar. Holland Solar pleit daarom voor een prominentere rol voor zonnewarmte in de energietransitie.
Hogetemperatuur seizoensopslagsystemen maken volledig duurzame warmtenetten mogelijk. Tot die conclusie komen consultants Rutger Bianchi, Anne Koot en Jan Warnaars van Berenschot, een stelling die zij onderbouwen in het gelijknamige whitepaper opgesteld in opdracht van Invest-NL. Daarin bespreken zij de toegevoegde waarde van HT-seizoensopslagsystemen plus de prestatie-indicatoren en toetsing hiervan. Daarnaast wordt een handreiking voor gemeenten gegeven over de te doorlopen stappen in het kader van vergunningverlening.
Sinds afgelopen donderdag is de nieuwe versie van de Startanalyse aardgasvrije buurten van het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) voor iedereen toegankelijk. In een flink aantal buurten leidt deze vernieuwde Startanalyse tot andere resultaten, waarbij een andere warmteoplossing als goedkoopste strategie uit de bus komt.
Een bestaande wijk budgetneutraal voorzien van 100% duurzame warmte uit lokale bronnen is in de nabije toekomst mogelijk. Dit blijkt uit een studie van Berenschot in opdracht van Enduris en Zeeuwind. Het onderzoek werd ondersteund door de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO), als onderdeel van de Topsector Energie.
Het gebruik van de hybride warmtepomp kan een versnelde verduurzaming van woningen realiseren, parallel aan de implementatie van all-electric en warmtenetten. Hierdoor wordt een aanzienlijke en versnelde CO2 reductie mogelijk, boven op de doelstellingen van het Energieakkoord. Dat concluderen Berenschot en BDH in de ‘Routekaart hybride warmtepomp’, die zij samen met de betrokken partijen uit alle warmtepompgerelateerde sectoren en beroepsgroepen hebben opgesteld.
Nederland heeft zich in het Regeerakkoord 2018 als doel gesteld om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 49% te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. Berenschot stelde voor FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie, de Vereniging Nederlandse Metallurgische Industrie (VNMI) en de branchevereniging voor de gieterijen (AVNeG) twee Klimaatroutekaarten op die laten zien hoe deze doelstellingen gehaald kunnen worden. Daarmee krijgen de branches en hun leden een duidelijk antwoord op de vraag hoe zij aan de slag kunnen met de energietransitie.
Er kan tot zeven keer meer aardwarmte voor de verwarming van woningen, gebouwen en kassen beschikbaar worden gemaakt als bij de ontwikkeling van aardwarmteprojecten een ‘play-based portfoliobenadering’ wordt toegepast. Dit kan omdat deze aanpak de kosten en risico’s van aardwarmteprojecten sterk vermindert.
Geïntegreerde CO2-reductie door duurzame warmte en een mix van elektronen en moleculen In navolging van eerdere exercities heeft Berenschot een nieuw CO2-reductiescenario berekend: het warmtescenario. Met de transitiepaden wil Berenschot een bijdrage leveren aan de implementatie van het klimaatakkoord van Parijs, dat tot doel heeft in 2050 koolstofemissies met 80% tot 95% te verminderen.
In navolging van eerdere exercities heeft Berenschot een nieuw CO2-reductiescenario berekend: het warmtescenario. Met de transitiepaden wil Berenschot een bijdrage leveren aan de implementatie van het klimaatakkoord van Parijs, dat tot doel heeft in 2050 koolstofemissies met 80% tot 95% te verminderen.
Per uitgevoerd Ecovat-project voor opslag van warmte en koude wordt jaarlijks een besparing tussen de € 97.000 en € 167.000 gerealiseerd aan kosten voor netverzwaring en piekcentrales. Dat blijkt uit een kwantificering van deze systeemkosten ten opzichte van all electric dat Berenschot uitvoerde in opdracht van Ecovat. Hoewel de systeemkosten door het Ecovat kunnen dalen, worden deze kosten nog niet meegenomen in de kostenvergelijkingen van aardgasvrije alternatieven.
Om de klimaatdiscussie te faciliteren, heeft Berenschot twee uiterste scenario’s opgesteld en doorgerekend: een elektronenscenario en een moleculenscenario. In beide transitiepaden wordt de CO2-emissie in 2050 teruggebracht naar vrijwel nul.
Berenschot, DNV GL en BDH hebben voor Gasunie en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland onderzoek gedaan naar het flexibiliteitspotentieel van de hybride warmtepomp. Door slim gestuurde hybride warmtepompen is overbelasting in het elektriciteitsnet geheel te vermijden.