Een goede onderbouwing en duidelijke argumentatie met concrete en haalbare acties helpen mijn opdrachtgevers om impact te creëren. Dat doe ik graag als adviseur bij Berenschot omdat adviezen aan diepte en waarde winnen met een multidisciplinaire aanpak. Daarin kan ik mijn nieuwsgierigheid en creativiteit goed kwijt. De specifieke vraag van de organisatie koppelen aan mogelijkheden van ICT en data bieden mij daarbij veel voldoening. Daarbij is ook het proces belangrijk: hoe worden stakeholders werkelijk betrokken bij proces en inhoud?
Ik adviseer graag in een omgeving waarbij meerdere organisaties of organisatieonderdelen samenwerken om een gezamenlijk doel te bereiken. Daarbij gebruik ik mijn kennis en 25 jaar advieservaring om te komen tot adviezen en haalbare resultaten waar mijn opdrachtgevers verder mee komen. Onderwerpen kunnen zijn: informatiemanagement, datascience en artificial intelligence, ICT/maatschappelijke onderzoeken , doorlichtingen, businesscases, projectmanagement, outsourcing en samenwerking, en cybersecurity.
Wil je hier eens over doorpraten? Neem gerust contact op!
Berenschot en Statisfact organiseren op donderdag 23 januari 2025 de inspiratiesessie ‘Werken aan de Woo’.
Per oktober 2024 is de NIS2-richtlijn van kracht in Europa. De Nederlandse Cyberbeveiligingswet die aan deze Europese richtlijn invulling zal geven, treedt naar verwachting in het tweede of derde kwartaal van 2025 in werking. Eén van de aspecten uit de NIS2-richtlijn heeft betrekking op de zorgplicht en de zogeheten ketenverantwoordelijkheid.
In een tijd waarin digitale dreigingen zich in rap tempo ontwikkelen, is het cruciaal voor (overheids-) organisaties om de veiligheid van hun informatiesystemen te waarborgen. De Europese Netwerk- en Informatiebeveiligingsrichtlijn (NIS2) legt daarom strenge eisen op aan de Europese landen én individuele organisaties in belangrijke en essentiële sectoren (waaronder overheid en zorg) om hun digitale infrastructuur te beschermen. De NIS2 zal van toepassing zijn op meer sectoren maar ook impact hebben op organisaties die al onder de huidige NIS-richtlijn vallen. De NIS2-richtlijn zal naar verwachting eind dit jaar geïmplementeerd worden in nationale wet- en regelgeving.
In onze vorige reeks blogs schreven wij over de ‘why’, ‘how’ en ‘what’ van de Wet open overheid (Woo). Sinds die periode zijn diverse overheidsorganisaties aan de slag gegaan met de implementatie van de Woo.
De afgelopen tijd onderzochten wij de wijze waarop ICT-strategieën tot stand komen in bijvoorbeeld informatiebeleidsplannen bij middelgrote Nederlandse gemeenten.
In opdracht van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur onderzochten wij de cybersecurityrisico’s van de Nederlandse laadinfrastructuur. De energietransitie betekent immers voor het vervoer over de weg dat het aantal laadpalen voor elektrische auto’s zal stijgen en wel van 270.000 nu tot 1,8 miljoen laadpunten in 2030.
De digitalisering bij gemeenten neemt toe. Het biedt veel kansen, maar brengt ook afhankelijkheid van gedigitaliseerde processen en systemen. Hierbij kan verstoring, uitval of misbruik leiden tot maatschappij-ontwrichtende effecten. Zoals de gemeenten Lochem en Hof en Twente hebben ervaren. Wie een dergelijke cybercrisis wil voorkomen, doet er goed aan de digitale weerbaarheid te vergroten. Zeker voor gemeenten die passende (digitale) dienstverlening richting de burgers willen garanderen, is het cruciaal om digitaal weerbaar te zijn tegen aanvallen van buitenaf en weten hoe te handelen bij verstoringen. Digitaal weerbare gemeenten hebben voldoende maatregelen getroffen om potentiële incidenten vroegtijdig te signaleren en de gevolgen ervan te beperken.
Het aantal technische besturingssystemen in de samenleving neemt flink toe. Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat toegangspoortjes, beveiligingscamera’s, maar ook in verwarmingsketels en bruggen op afstand bediend kunnen worden.
Digitalisering maakt gegevensverwerking en -uitwisseling gemakkelijker. De gevolgen van fouten in basisregistraties kunnen voor burgers echter zeer ingrijpend zijn. Daarnaast is het voor hen vaak niet goed mogelijk fouten te corrigeren. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) vroeg zich af of een correctiepunt een oplossing zou kunnen bieden. Eén coördinerend centraal punt waar burgers terecht kunnen als er fouten staan in hun gegevens bij de diverse overheidsregistraties. Ja, was ons antwoord, op basis van het onderzoek dat wij deden in opdracht van BZK.