Als sociaal planoloog ben ik altijd bezig met de vraag hoe we onze leefomgeving slimmer, beter en mooier kunnen maken. Ik help organisaties met het organiseren van (regionale) samenwerking en het ontwikkelen van programma's en beleid op het gebied van de energietransitie, klimaatadaptatie en duurzame mobiliteit. Dat doe ik met een scherpe kritische blik, gezonde dosis humor en plezier in samenwerking. Ik ben een resultaatgerichte adviseur met oog voor politiek-bestuurlijke verhoudingen en weet mijn analyses te vertalen naar heldere en direct bruikbare adviezen. Mijn kracht ligt in het leggen van verbindingen tussen mensen met verschillende achtergronden, disciplines, schaalniveaus en tussen theorie en praktijk. Daarbij maak ik gebruik van actuele inzichten in de werking van transities, transitiesturing en adaptief programmamanagement.
Overheden, maatschappelijke organisaties en bewoners binnen dertig energieregio’s hebben de afgelopen maanden hard gewerkt aan concept-Regionale Energiestrategieën (RES). Nu staan zij voor de opgave om de concept-RES te concretiseren naar een RES 1.0.
Voor steeds meer opgaven in onze leefomgeving lijkt een regionale aanpak het antwoord. Denk aan regionale mobiliteitsprogramma's om mobiliteit te verduurzamen, regionale energiestrategieën voor de opwek van duurzame energie en de gebiedsgerichte aanpak om stikstofuitstoot te reduceren. Maar hoe kom je tot een vruchtbare samenwerking?
In deze publicatie duiden we de veranderopgave waar overheden – met name gemeenten - voor staan en bieden we concrete handelingsperspectieven om invulling te geven aan deze opgave.
Ieder jaar kiezen de Gedeputeerde Staten (GS) van Utrecht een onderwerp van onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur, in het kader van artikel 217a van de Provinciewet. In het GS-onderzoek van 2018 wilde de provincie inzicht krijgen in typen beleids- en maatschappelijk opgaven. Daarom werd Berenschot gevraagd een model te ontwikkelen voor de analyse van complexe opgaven en een bijpassend handelingsperspectief te formuleren. Tevens diende het begrip ‘transitie’ duidelijk gepositioneerd te worden.